§3.4 Politieke stromingen

§3.4 Politieke stromingen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§3.4 Politieke stromingen

Slide 1 - Tekstslide

Herinnering
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Wat liberalisme is
  • Wat confessionalisme is
  • Wat socialisme is
  • Wat feminisme is

Slide 3 - Tekstslide

Welke politieke partijen
ken je al?

Slide 4 - Woordweb

Liberalisme
Komt van het Latijnse "liber" wat vrijheid betekent
Vrijheid was voor liberalen het belangrijkst
Burgers moesten alles kunnen zeggen en doen
De overheid hoefde de armen niet te helpen

Slide 5 - Tekstslide

Confessionalisme
Een ander woord voor geloof is "confessie"
Confessionelen vonden dat geloof het belangrijkst was
Je had katholieken en protestanten
Ze wilden vooral geld voor christelijk onderwijs
Dit wordt ook wel de schoolstrijd genoemd. De strijd om voor christelijk onderwijs ook geld te krijgen van de overheid, net als bij openbaar onderwijs.

Slide 6 - Tekstslide

Filmpje
De schoolstrijd

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat zijn de verschillen tussen katholieken en protestanten? Sleep de kenmerken naar de juiste stroming.
Katholiek
Protestant
Beide
Bijbel is waarheid
Paus is waarheid
Bisschop
Dominee
Beelden
Schilderijen
Lege muren
Kerk
Aflaten
Heiligen

Slide 9 - Sleepvraag

Socialisme
Socialisten wilden meer gelijkheid
De verschillen tussen arm en rijk moesten kleiner
Hiervoor moesten de productiemiddelen van de staat worden
De arbeiders aan de macht!
Alles waar je producten mee kan maken (fabrieken, machines, gereedschap, etc.)

Slide 10 - Tekstslide

Filmpje
Socialisme

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Sociaaldemocraten en communisten
Karl Marx was de bedenker van het socialisme
Hij zei dat socialisme bereikt moest worden met een revolutie
Anderen vonden dat het gewoon via de politiek moest

Sociaaldemocraten
Gelijkheid kan bereikt worden door mee te doen in de politiek (Tweede Kamer)
Communisten
Voor gelijkheid moeten alle productiemiddelen in handen van de staat komen door een geweldadige revolutie

Slide 13 - Tekstslide

Feminisme
Confessionelen en socialisten wilden emancipatie
Feministen wilden emancipatie voor vrouwen
Zij voelden zich "minder waard" dan mannen
Hun belangrijkste doel was vrouwenkiesrecht

Slide 14 - Tekstslide

Koppel de standpunten aan de stromingen
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
Feminisme
Weinig regels en wetten
Vrijheid voor de burger
Eerlijk verdelen welvaart
Gelijkheid voor iedereen
Geloof is het belangrijkst
Geld voor christelijk onderwijs
Vrouwen mogen stemmen
Vrouwen gelijk aan mannen

Slide 15 - Sleepvraag

Iedereen moet hetzelfde verdienen
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme

Slide 16 - Quizvraag

Katholieke scholen moeten geld krijgen van de overheid
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme

Slide 17 - Quizvraag

De overheid moet zich niet zo veel met de burgers bemoeien
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme

Slide 18 - Quizvraag

De regering moet zich alleen bezighouden met veiligheid
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme

Slide 19 - Quizvraag

Alleen door een revolutie kan een maatschappij veranderen
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme

Slide 20 - Quizvraag

De burger is zelf verantwoordelijk voor alles wat hij/zij nodig heeft in het leven
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme

Slide 21 - Quizvraag

De beste manier om welvaart beter te verdelen is door gebruik van het parlement
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme

Slide 22 - Quizvraag

Iedereen mag beslissen over zijn/haar eigen leven
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme

Slide 23 - Quizvraag

Burgerrechten zijn minder belangrijk dan de wil van God
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
D
Communisme

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Volgende week: maken opdracht 2, 3, 5 en 6

Slide 25 - Tekstslide