7.3 online: Bataafse Republiek en Napoleon

7.3 Verlichte ideeën in de praktijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.3 Verlichte ideeën in de praktijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 1 - Tekstslide

welk hoofd zien we hier?  en wat verbergt zich achter de tekst?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.


28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Welk KA's  passen bij deze paragraaf?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.


28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Welk KA's  passen bij deze paragraaf?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 


5 Je kunt uitleggen dat de politieke situatie in de Republiek leidde tot de opkomst van revolutionaire ideeën.
6 Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie invloed had op de ontwikkelingen in de Republiek na 1795.
7 Je kunt beschrijven welke rol het bestuur van Napoleon speelde in Europa en hoe dit bestuur ten einde kwam.
8 Je kunt de doelen van het Congres van Wenen benoemen en toelichten.






Vertel maar

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de gebeurtenissen naar het juiste jaartal 
1789
1793
1799
1804
1812
1789
Napoleon gaat naar Rusland
Lodewijk XVI roept SG bijeen
Napoleon kroont zichzelf tot keizer
Napoleon pleegt een staatsgreep
Bestorming van de bastille
Executie van LOdewijk XVI 

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de groep ontevreden burgers die in 1787 in de Republiek in opstand kwamen tegen het bestuur?
A
Oranjegezinden
B
Pruisen
C
Patriotten
D
Stadhouders

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg met twee beeldelementen uit welke boodschap de tekenaar van bron 19 wilde overbrengen.
antwoord
Door de stadhouder af te beelden als een zwijn maakt de tekenaar duidelijk dat hij de stadhouder ziet als een veelvraat, iemand die gulzig alles pakt wat hij pakken kan om er zelf beter (dikker) van te worden.
Door de stadhouder de rechten van steden, burgers en de Republiek te laten vertrappen, maakt de tekenaar duidelijk dat hij vindt dat de stadhouder geen respect heeft voor de rechten van zijn onderdanen en daar zeker geen rekening mee houdt in zijn bestuur.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom de patriotten blij waren met de Franse Revolutie.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een foto van de volgende slide

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1. De staatsvorm van Nederland
2. Grondwetten
3. Het koningschap
4. Macht en invloed van het volk
5. Gelijkheid voor de wet




VERANDERING & CONTINUITEIT 

Omschrijf voor de volgende 5 onderwerpen wat er veranderde en wat er gelijk bleef
Na het congres van Wenen 1813 : Dingen veranderden en dingen bleven hetzelfde:
In tweetallen
10 minuten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1. De staatsvorm van Nederland
2. Grondwetten
3. Het koningschap
4. Macht en invloed van het volk
5. Gelijkheid voor de wet




VERANDERING & CONTINUITEIT 

Omschrijf voor de volgende 5 onderwerpen wat er veranderde en wat er gelijk bleef
Na het congres van Wenen 1813 : Dingen veranderden en dingen bleven hetzelfde:
In tweetallen
10 minuten
Voorbeeld:
1. De staatsvorm van Nederland
Tijdens het ancien régime was ons land een republiek.
Dat bleef zo toen de patriotten kwamen. Maar na enkele jaren maakten de Fransen een koninkrijk van ons land. Dat bleef het na de val van Napoleon.
Continuïteit
Verandering

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 De grondwetten maakten na het ancien régime een einde aan het absolutisme en aan de standenmaatschappij. Na de restauratie werden veel grondwetten herschreven of afgeschaft en opnieuw geformuleerd maar het werd wel gebruikelijk om voor een land een grondwet te maken.

3 Democratische revoluties maakten een einde aan het regime van verschillende koningshuizen. Na de restauratie werd het toch weer gebruikelijk om een koning als staatshoofd aan te stellen, zelfs in de Republiek, waar tijdens het ancien régime geen koning was.
4 Na de democratische revoluties nam de inspraak van het volk toe. Zowel in Frankrijk als Nederland werd zelfs het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd. De restauratie draaide dat weer terug en bracht een censuskiesrecht, maar het werd wel gebruikelijk dat het volk, of een deel van het volk, inspraak had in bestuurlijke zaken.
5 Vanuit de standenmaatschappij tijdens het ancien régime ontstond een samenleving waarin gelijkheid voor iedereen vanzelfsprekend was. Dat werd door Napoleon ook in de door hem veroverde gebieden in Europa ingevoerd. Na zijn val is deze gelijkheid in het strafrecht in veel landen gebleven met de Code pénal.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie dingen die je hebt geleerd

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je nog lastig?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag
Maak de zelftoets op feniks-online.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies