-
klinkers kun je uitspreken:
a, e, o, u, i
Er zijn korte klanken en lange klanken.
Bij korte klanken staat er één klinker: bank, bed, lamp
Bij lange klanken staan er twee klinkers: feest, kaart, boot, stuur
- medeklinkers kun je niet alleen uitspreken, wel met een klinker erachter: mee, pa, in
- sommige woorden hebben zowel lange- als korte klanken: lantaarn, alleen, kantoor