BOGGLE + beelden taalgebuik ha

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

BOGGLE

Schrijf zoveel woorden op. De letters moeten horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen. Je mag een letter maar één keer gebruiken. 

Schrijf zoveel woorden op. De letters moeten horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen. Je mag een letter maar één keer gebruiken. 

Schrijf zoveel woorden op. De letters moeten horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen. Je mag een letter maar één keer gebruiken. 

Schrijf zoveel woorden op. De letters moeten horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen. Je mag een letter maar één keer gebruiken. 

Schrijf zoveel woorden op. De letters moeten horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen. Je mag een letter maar één keer gebruiken. 

Schrijf zoveel woorden op. De letters moeten horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen. Je mag een letter maar één keer gebruiken. 

Let op: antwoord in hele zinnen.
Klaar? Nakijken!

Klaar? Woordjes leren.

Wat is het onderwerp van de tekst?

Schrijf zoveel woorden op. De letters moeten horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen. Je mag een letter maar één keer gebruiken. 

Welkom HA1C

Laatste weken..

-Morgen: Diataal!
Laptop mee. 

-Donderdag: schrijversbezoek! 

Verder:

- Voorbereiden havo 2 / vwo 2!
Verbindingswoorden, werkwoordspelling.

- Laatste boekopdracht -> maandag 3-6 leesboek mee (leesles). 

- Voorbereiden voorleeswedstrijd brugklas: 27 juni!

Pak je planner erbij!

Weektaak 
Les 26 -> opdracht 2, 3, 4, 5
Lees deze week verder in je leesboek. 

Vandaag

- Boggle!

- Voorbereiden schrijversbezoek

- Zinsverbanden en verbindingswoorden. 

Schrijf zoveel woorden op. De letters moeten horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen. Je mag een letter maar één keer gebruiken. 

Schrijf zoveel woorden op. De letters moeten horizontaal, verticaal of diagonaal aan elkaar grenzen. Je mag een letter maar één keer gebruiken. 

  k

  p

  d

Overleg in tweetallen welke
vragen je aan Hans Mijnders zou 
kunnen stellen donderdag. 

Verbindingswoorden

- Schrijfvaardigheid 26 -> opdracht 2, 3, 4 + 5.

Wat is er aan de hand met het signaalwoord dus?