§1.1 - Communicatie

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)

Slide 1 - Tekstslide

hoe werkt deze les
1. zorg ervoor dat je voordat je start de paragrafen hebt gelezen
2. lees de leerdoelen en succescriteria
3. bekijk alle uitlegdia's en uitlegvideo's
4. controleer jezelf door de vragen en oefeningen tussendoor te doen
5. maak aan het einde de verwerkingopdrachten en controleer of je de leerdoelen hebt behaald (voldoe je aan de succescriteria)
6. nog niet behaald = terug naar de stof/ uitlegvideo's en/of zoek hulp

Slide 2 - Tekstslide

H1 gedrag

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
Ik kan van de volgende begrippen uitleggen wat het is en voorbeelden noemen en herkennen:  
inwendige, uitwendige en sleutel prikkels, rangorde.  

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Succescriteria
  • Je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen:  inwendige prikkel, uitwendige prikkel, sleutelprikkel, rangorde.

  • Je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen.
  • Je hebt Voorkennis van Nectar Online gemaakt met voldoende resultaat.

Slide 6 - Tekstslide

Hormonen die de kleur van de buik van stekelbaarsmannetjes veranderen, vormen een .... prikkel
A
inwendige
B
uitwendige

Slide 7 - Quizvraag

Het horen van de auto van zijn baas is een .... waardoor de hond gaat blaffen.
A
inwendige prikkel
B
uitwendige prikkel
C
sleutelprikkel

Slide 8 - Quizvraag

Aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van de voorkennis
2. Maken Voorkennis van Nectar Online
3. Lees 1.1 voor de volgende les

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

Slide 9 - Tekstslide

1.1 Leerdoelen


Ik kan


  • omschrijven hoe communicatie het gedrag tussen soortgenoten beïnvloedt.

Slide 10 - Tekstslide

Succescriteria
  • Je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen:  gedrag, prikkels, sociale functies, ritueel gedrag, persoonlijke ruimte, signalen, rangorde, communicatie, territorium, geluidssignalen, geursignalen, bronstige vrouwtjes, baltsgedrag, dreiggedrag.

  • Je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen.

  • Je hebt de opdrachten van 1.1 gemaakt en nagekeken met voldoende resultaat.

Slide 11 - Tekstslide

Gedrag
= alles wat een mens of dier doet, of nalaat.

Beïnvloedt door prikkels (inwendig of uitwendig).


Slide 12 - Tekstslide

Communicatie
Tussen soortgenoten onderling met signalen = prikkels met informatie voor soortgenoten.

Slide 13 - Tekstslide

Ritueel gedrag
Functie = spanningen verminderen of voorkomen.

Aantal signalen in vaste volgorde.

Afgeleid van gedrag dat zijn oorspronkelijke betekenis is verloren.

Afhankelijk van de situatie. 

Slide 14 - Tekstslide

Persoonlijke ruimte

  • Bepaalt hoe ver een soortgenoot mag naderen zonder dat hij/zij zich bedreigd voelt.
  • Verschilt per situatie, cultuur, individu.

Slide 15 - Tekstslide

Rangorde
Signalen zijn belangrijk voor het bepalen van de rangorde = de positie binnen de groep .

Vergemakkelijkt de taakverdeling.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Juist of onjuist?
Met gedrag maken mensen en dieren soortgenoten iets duidelijk
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De persoonlijke ruimte is voor iedere mens gelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Signalen zijn zichtbare handelingen.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Mensen communiceren via signalen.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Drie gedragingen zijn
1. Een zeehondenmoeder maakt geluid om haar jong te roepen.
2. Een papegaai roept 'goedemorgen' tegen zijn baas.
3. Een kangoeroemoeder maakt een geurspoor in haar buidel dat haar jong naar de tepel leidt.
Welke van deze gedragingen is, of zijn het afgeven van signalen?
A
alleen gedraging 1
B
gedragingen 1 en 2
C
gedragingen 1 en 3
D
gedragen 1, 2 en 3

Slide 22 - Quizvraag

Territoriumgedrag
Veel soorten hebben een territorium.
Territorium =  voedsel en ruimte voor voortplanting.

(Gedragssysteem territoriumgedrag:
- afbakenen
- verdedigen
- indringers aanvallen)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Wat is jouw territorium?

Slide 26 - Open vraag

Heb jij een vaste plek waar je pauze houdt? Zo ja, welke gedragselementen vertoon jij om deze plek te 'behouden'?

Slide 27 - Open vraag

Dreiggedrag
Signalen met als doel om een gevecht te voorkomen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Voortplantingsgedrag
Is een vorm van sociaal gedrag (gedrag waarbij een dier te maken heeft met soortgenoten).

Bestaat uit gedrag waarbij de partner wordt gevonden (balts) en het gedrag om nakomelingen te krijgen en te verzorgen.

Slide 30 - Tekstslide

Balts
Gedragsketens die leiden tot de paring
Patroon balts ligt vast.
Houdt 1 van beide partners zich er niet aan, dan gaat het mis.
Ritueel = vast patroon handelingen
Iedere handeling is een prikkel voor de ander. De respons daarop is op zijn beurt weer een prikkel. 

De 'balts' bij mensen is zowel biologisch als cultureel bepaald.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Broedzorg
Bij dit gedragssysteem hoort o.a. het zoeken van voedsel voor de jongen en het voeren van de jongen.



Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van 1.1
2. Maken en nakijken opdrachten 1.1
3. Lees 1.2 voor de volgende les

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

Slide 35 - Tekstslide

Succescriteria
  • Je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen:  gedrag, prikkels, sociale functies, ritueel gedrag, persoonlijke ruimte, signalen, rangorde, communicatie.

  • Je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen.

  • Je hebt de opdrachten van 1.1 gemaakt en nagekeken met voldoende resultaat.

Slide 36 - Tekstslide