1.2 + 1.3 Communicatie

H1: Gedrag
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H1: Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- Uitleg 1.2 dl1 Sleutelprikkels en supernormale prikkels
- 1.3 Communicatie

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 1.2: Gedrag bestuderen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen 1.2 dl1
5. Je licht toe wat een sleutelprikkel is en wat een supernormale prikkel is.

sleutelprikkel, supernormale prikkel

Slide 4 - Tekstslide

Lees 1.2:
"Sleutelprikkels en supernormale prikkels"

Slide 5 - Tekstslide

Nico Tinbergen (1907-1988)
Sleutelprikkel: een prikkel waarop altijd hetzelfde gedrag volgt.

Slide 6 - Tekstslide

EXPERIMENT PIKGEDRAG BIJ MEEUWENKUIKENS



Een Meeuw braakt voedsel op om zijn kuiken te voeden.
Dit doet de meeuw pas als het kuiken naar de rode vlek op de snavel vlek pikt.

Onderzoeksvraag: 
Is de rode snavelvlek een sleutelprikkel voor het pikgedrag van meeuwenjongen? 

Slide 7 - Tekstslide

Resultaten van het experiment met 100 kuikens
Is de rode snavelvlek een sleutelprikkel?

Slide 8 - Tekstslide

Supernormale prikkel: versterkte sleutelprikkel, leidt tot een versterkte respons

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten:
- Maken 1.2 opdr. 20 t/m 21 (leerdoel 5)

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Doel en begrippen 1.3
7. Je licht het belang toe van signalen bij communicatie.
8. Je legt uit wat ritueel gedrag is.
9. Je herkent verschillende typen conflictgedrag.
10. Je licht het belang toe van een taakverdeling voor de

Signalen, ritueel gedrag, balts, conflictgedrag, ambivalent gedrag, omgericht gedrag, overspronggedrag, dreiggedrag.

Slide 13 - Tekstslide

Communicatie

Slide 14 - Tekstslide

Ritueel gedrag
Een vaste serie gedragselementen die van tevoren vaststaan en voorbereiden op uiteindelijk gedrag

Zoals bijvoorbeeld baltsgedrag of begroetingsgedrag 

Slide 15 - Tekstslide

Baltsgedrag
Soortsspecifiek gedrag dat aan de paring vooraf gaat en:

- de bereidheid tot paring vergroot
- agressie vermindert
- de band tussen de partners verstevigt

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

0

Slide 18 - Video

Territoriumgedrag
  • Door een territorium te vormen wordt een zekere hoeveelheid voedsel of ruimte veiliggesteld
  • Territorium vermindert conflicten tussen soortgenoten
  • Mannetje verdedigt het gebied tegen binnendringende soortgenoten
  • Dreiggedrag op de grens

Slide 19 - Tekstslide

Dreiggedrag
Op de grens van het territorium vertonen dieren vaak dreiggedrag

Waarom gaan ze niet meteen in de aanval?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Rangorde (pikorde)
  • Imponeergedrag: zich zo groot en indrukwekkend mogelijk maken. Vaak door dominant mannetje
  • Verzoeningsgedrag staat vaak tegenover het dreiggedrag van dominante mannetje: een signaal dat de agressie van dominante mannetje doet afnemen
  • Rangorde vergroot voorspelbaarheid en voorkomt conflict en stress. 

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld: Maak een rangorde van de mannetjes, begin bij het meest dominante mannetje. 
Hoe pak je dit aan?

Slide 23 - Tekstslide

1.3 Lezen:
"Conflictgedrag"

Slide 24 - Tekstslide

Conflict gedrag
Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen.


Gaat om een INTERN conflict.

Slide 25 - Tekstslide

Ambivalent gedrag
Het dier vertoont afwisselend gedragselementen uit beide gedragssystemen.

Bijv. op de grens van een territorium: 

Twee tegengestelde gedragssystemen tegelijkertijd zichtbaar, vluchten en vechten

Slide 26 - Tekstslide

Omgericht gedrag
Het gedrag wordt gericht op een ander doel/ object


Wie slaat er wel eens met de deur als hij boos is? 

Het gedragssyteem agressie wordt op iets heel anders gericht

Slide 27 - Tekstslide

Overspronggedrag
Ongepast gedrag voor de situatie.
Bijv. bij spelagressie. Om een intern conflict op te lossen (spelen of vechten?) gaan dieren soms maar heel iets anders doen, zoals zichzelf likken om de stress te verminderen.

Slide 28 - Tekstslide

ambivalent gedrag
oversprong-
gedrag
Omgericht gedrag
Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
Je hebt net je rijexamen afgelegd, waarvoor je heel zenuwachtig was. Je krijgt je resultaat terug en je bent geslaagd. Je huilt van blijdschap.
Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Link

Huiswerk
- Maken nectar digitaal 1.3 (route B)

Slide 31 - Tekstslide