Vraag A: Altijd warmer dan 18 graden en meer dan 500 mm neerslag? = NEE
Vraag B: Minder dan 500 mm neerslag per jaar? = Nee
Vraag C: Koudste maand tussen 18 en -3? = Nee
Vraag D: Koudste maand onder -3, warmste maand boven 10? = Nee
Vraag E: altijd onder de 10 graden? = JA = E-klimaat
Welke E?
EF: eeuwige sneeuw in poolgebieden (temperatuur altijd onder 0 en weinig neerslag)
ET: toendraklimaat (temperatuur in warmste maand boven tussen 0 en 10.
EH: hooggebergteklimaat (temperatuur altijd onder 0 maar wel veel neerlslag)