paragraaf 2 De kaasspeciaalzaak

Economie 
T3
paragraaf: 7.2
De kaasspeciaalzaak
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Economie 
T3
paragraaf: 7.2
De kaasspeciaalzaak

Slide 1 - Tekstslide

Producent Produceert
  • halffabricaten ( verder verwerkt worden door andere bedrijven)
  • eindproducten 

Slide 2 - Tekstslide

Grondstof -> halffabricaat -> eindproduct


Een groothandel zorgt dat de eindproducten in de winkel komen en de detailhandel (winkelier) verkoopt deze aan de consument.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Bedrijfskolom
Een voorbeeld:
de bedrijfskolom van brood.

Slide 5 - Tekstslide

De bedrijfskolom moet je niet verwarren met een bedrijfstak ..


Een bedrijfstak = een groep bedrijven die hetzelfde product of dienst verkopen.

Slide 6 - Tekstslide

  • Waarom staan de beroepen op de plaatjes bij elkaar?
  • De bedrijven lijken op elkaar!
  • -> Bedrijfstak: Een groep gelijksoortige bedrijven

Slide 7 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Formule toegevoegde waarde
Verkoopprijs – inkoopprijs = toegevoegde waarde

Slide 8 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een bedrijfskolom?

Slide 10 - Tekstslide

In welke volgorde zijn deze bedrijven betrokken
bij de productie van kaas?
A
1-2-3-4
B
2-3-1-4
C
4-3-2-1
D
3-2-1-4

Slide 11 - Quizvraag

Hoe produceert een timmerman?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 12 - Quizvraag

Het schilderen van een huis is ...
A
kapitaalintensief.
B
arbeidsintensief.

Slide 13 - Quizvraag

Eindproducten zijn duurder dan
grondstoffen door de toegevoegde waarde.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Alle bedrijven die samenwerken aan een product noemen we de
A
productiefactor
B
producenten
C
bedrijfskolom
D
bedrijfsfactor

Slide 15 - Quizvraag

Bedrijfskolom = serie bedrijven die betrokken is bij de productie van een artikel
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Een bedrijfstak is een groep van verschillende bedrijven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Groothandels zijn een bedrijfstak
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Bedrijfskolom
Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 19 - Sleepvraag

Hoofdstuk 7 paragraaf 2
maken opdracht 1 tot met 10

Slide 20 - Tekstslide