In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Disk thema 20 - Vakantie
Slide 1 - Tekstslide
Als ik aan vakantie denk dan word ik ....
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Als ik aan school denk dan word ik
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
Wat is jouw favoriete vakantieland?*
Slide 4 - Woordweb
Naar welk land(en) zou je graag willen reizen?*
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
In welke situatie zou jij scannend lezen/skimmen/*
Slide 7 - Woordweb
Scannend lezen => skimmen
Bij skimmen probeer je in korte tijd zo veel mogelijk informatie uit een tekst te halen.
Je leest dus niet de hele tekst
Slide 8 - Tekstslide
Hoeveel kosten de appartementen?
timer
0:30
Slide 9 - Open vraag
Waar kun je een appartement boeken?
timer
0:30
Slide 10 - Open vraag
Waar liggen de appartementen?
timer
0:30
Slide 11 - Open vraag
Hoeveel zwembaden zijn er?
timer
0:30
Slide 12 - Open vraag
Op welke dingen in de tekst let je bij scannend lezen?
Slide 13 - Woordweb
Bronnen
Slide 14 - Tekstslide
niveau groen
Luister naar de tekst
beantwoord daarna de vragen
Slide 15 - Tekstslide
app2.diskmethode.nl
Slide 16 - Link
Elke dag laten mensen dingen in de trein liggen. Welke dingen worden in de tekst genoemd? telefoon - computer - portemonnee - tas - schoenen -paraplu - jas
Slide 17 - Open vraag
Welk voorwerp verliezen reizigers het meest in de trein?
A
portemonnee
B
tas
C
telefoon
D
schoenen
Slide 18 - Quizvraag
Waarom is het moeilijk om de spullen weer aan de mensen terug te geven?
A
omdat de mensen van de NS vaak alleen maar een naam weten
B
omdat het veel geld kost om de spullen op te sturen
C
omdat veel mensen iets laten liggen in de trein
D
omdat de mensen van de NS de spullen zelf willen houden
Slide 19 - Quizvraag
De meneer van de NS vertelt dat hij een match heeft. Om welk voorwerp gaat het?
A
een scootmobiel
B
een aapje
C
een ID-kaart
D
een telefoon
Slide 20 - Quizvraag
Spreekopdracht
Werk samen. Lees de vragen. Bespreek het antwoord met elkaar.
Meneer Bakker vertelt over een kinderwagen:
Bedenk een verhaal:
- Van wie is deze kinderwagen?
- Wat is er gebeurd?
- Vertel jullie verhaal aan de klas (kies wie van jullie twee dat doet).