1.2 Hoe rijk voel je je?

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst:

Stap 1: Mobiel in de telefoontas
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Pak je boek, schrift, etui en rekenmachine erbij.




timer
5:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst:

Stap 1: Mobiel in de telefoontas
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Pak je boek, schrift, etui en rekenmachine erbij.




timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1.2 - In deze les:
  • wat het verschil is tussen welvaart en welzijn
  • hoe de welvaart kan toenemen
  • hoe je de verdeling van inkomens kunt aflezen uit een grafiek


timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Welvaart en welzijn
Welvaart is de mate waarin je met je beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien. Bij behoeften horen ook zaken als een veilige omgeving, schone lucht, vrije tijd, enzovoort.

Je welvaart kan toenemen door:
  • het kopen van goederen en diensten
  • zelfvoorziening
  • collectieve voorzieningen die de overheid produceert

Bij welzijn kijk je meer naar hoe gelukkig en tevreden je met je leven bent.


Slide 3 - Tekstslide

Bbp (bruto binnenlands product)
Het bbp (bruto binnenlands product) is de totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land: dit is een goede graadmeter voor de stand van de economie in een land.

Als het bbp toeneemt, neemt ook de welvaart van het land toe.

Slide 4 - Tekstslide

Inkomen
De belangrijkste inkomensvormen zijn:
  • Inkomen uit arbeid, zoals salaris, vakantiegeld, loon in natura en de winst van een ondernemer die in zijn eigen zaak werkt.
  • Inkomen uit bezit, zoals rente over je spaargeld, dividend als je in aandelen belegt, de huuropbrengst, pacht en winst voor de eigenaar van een bedrijf.
  • Inkomen uit overdrachten (overdrachtsinkomen), zoals zak- en kleedgeld, inkomenstoeslagen en uitkeringen zoals een WW- en een bijstandsuitkering.


Slide 5 - Tekstslide

Soorten inkomen

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 1 tm 16  
              van par. 1.1 vanaf blz. 10
Stap 2: Maak opgave 17 tm 28 van par. 1.2 vanaf blz. 14

Dit is huiswerk voor de eerst volgende les.

timer
5:00
timer
2:30

Slide 7 - Tekstslide

Inkomensverschillen
Niet iedereen verdient evenveel. Voor deze inkomensverschillen zijn verschillende oorzaken:
  • leeftijd
  • de opleiding die je hebt gevolgd of nodig hebt voor een beroep
  • ervaring
  • je prestaties
  • de mate van verantwoordelijkheid
  • de zwaarte van het beroep; lichamelijk of geestelijk
  • de vraag naar bepaald werk

Slide 8 - Tekstslide

Personele inkomensverdeling
De verdeling van het totale inkomen 
in een land over de inwoners, heet de
personele inkomensverdeling.

Slide 9 - Tekstslide

Inkomensverschillen
Aan de groene, diagonale lijn zie je dat de inkomens precies gelijk zijn verdeeld over de bevolking. 30% van alle personen verdient ook 30% van het inkomen.

In een land met een ongelijke inkomensverdeling krijg je een gebogen lijn. Aan de paarse lijn zie je dat 70% van de bevolking slechts 40% van het totale inkomen verdient.

Slide 10 - Tekstslide

Nationaal inkomen / inkomen per hoofd van de bevolking
Alle inkomens uit arbeid en bezit, zoals loon, rente, winst, huur en pacht, samen zijn het nationaal inkomen. Omdat per land het aantal inwoners flink kan verschillen, zegt het nationaal inkomen niet zoveel.

Daarom kun je beter kijken naar het inkomen per hoofd van de bevolking. Dat is het gemiddeld inkomen per inwoner van een land en zegt iets over de welvaart in dat land.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 1 tm 16  
              van par. 1.1 vanaf blz. 10
Stap 2: Maak opgave 17 tm 28 van par. 1.2 vanaf blz. 14

Dit is huiswerk voor de eerst volgende les.

timer
5:00
timer
2:30

Slide 13 - Tekstslide