2.2 - week 46

ZRGVEPL419AK
ZRGDVLG219AK & BK
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

ZRGVEPL419AK
ZRGDVLG219AK & BK

Slide 1 - Tekstslide

WERK VAN PERIODE 1 IS AF!
- Werkboek: zie taaldossier per week
- Online: 
-> oefenexamen 1 & 2
-> hoofdletters, aaneenschrijven, verkleinwoorden, geslacht

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk voor deze week was:
- Online: deelvaardigheid Stijl
            onderdeel omdat-want-maar
- Werkboek: tekst 1,2,3 (vanaf blz. 79) maken

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Checken of iedereen de informatie van vorige week heeft onthouden.
  • Iedereen die het heeft ingeleverd, heeft feedback gekregen op zijn artikel.
  • Nakijken oefenexamen tekst 1,2,3

Slide 4 - Tekstslide

Welke soorten schrijfdoelen zijn er?
  • Informerende tekst
  • Instruerende tekst
  • Overtuigende tekst

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een informerende tekst?
  •  Lezer informatie geven.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een instruerende tekst?
  •  Lezer laten weten hoe hij iets moet doen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een overtuigende tekst?
  • Je wilt de lezer overtuigen iets te doen. 
  • Je wilt de lezer overtuigen van jouw mening. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een doelgroep?
  • Doelgroep is de groep mensen voor wie je   een tekst schrijft.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is informeel taalgebruik?
  • Taal wanneer je tegen iemand 'je' zegt of bij de voornaam noemt.
  • Als je tegen iemand praat of naar iemand schrijft en je tekst over alledaagse dingen gaat.
  • Bij vrienden, bekenden en leeftijdsgenoten.



Slide 10 - Tekstslide

Wat is formeel taalgebruik?
  • Formeel taalgebruik is netjes en de toon is beleefd.
  • Je spreekt diegene aan met 'u'.
  • Bij een tekst over zakelijke dingen.
  • Bij een volwassene, een vreemde of de koning. 

Slide 11 - Tekstslide

Feedback op de artikelen

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf een artikel over hoe jouw dag op je stageplaats eruit ziet. 
De onderstaande punten moet je in je artikel benoemen.
- Het begin van je stagedag.
- Minimaal 3 werkzaamheden die je uitvoert.
- Je pauzemoment.
- Afsluiting van je stagedag.
-> minimaal 200 woorden!

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken tekst 1,2,3
- Tekst 1, 2, 3
- Vanaf bladzijde 79

Slide 14 - Tekstslide

Nu gaan maken: tekst 4, 5, 6,7

Waar staan de luisterfragmenten?
- Studiemeter 
- Starttaalleerwerkboeken 
- 2F Deel B
- Oefenexamens Lezen en Luisteren
- Naar beneden scrollen, daar kom je de titels tegen


Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk voor 16 november

- Werkboek: 
Oefenexamen 4, 5, en 7 afmaken.

- Online: 
Examencoach
Oefenexamen 2F - versie 3

Slide 16 - Tekstslide