11.1
a. Bereken de weerstand van een 65 cm lange stalen draad, met een doorsnede van 0,045 mm².
b. Een 875 m lange constantaandraad heeft een weerstand van 3,5 kΩ. Bereken de doorsnede van de draad. Rond af op 2 decimalen.
c. Een vierkante aluminium 'draad' met een dikte van 0,08 mm heeft een weerstand van 175 Ω. Bereken de lengte van de 'draad'.
11.2
Sven heeft een onbekend stukje materiaal van 15 cm lang met een doorsnede van 0,132 mm². Hij neemt het voorwerp op in een schakeling, en meet bij een spanning van 200 mV een stroom van 3,2 A.
a. Bereken de weerstand van het materiaal in mΩ.
b. Laat met een berekening zien waarvan het materiaal gemaakt kan zijn.
11.3 VWO:
a. Bereken de weerstand van een 12 m lange gouden (ronde) draad met dikte van 0,18 mm.
b. Bereken de dikte van een 13 cm lang (ronde) grafieten potlood-staaf met een weerstand van 600 mΩ.