11. Soortelijke weerstand SCHN

11. Soortelijke weerstand
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

11. Soortelijke weerstand

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Waar hangt de weerstand van
een (metaal)draad van af denk je?

Slide 3 - Woordweb

Weerstand van een draad
1
2
3

Slide 4 - Tekstslide

Soort stof
Deze tabel krijg je er tijdens de toets bij

Slide 5 - Tekstslide

Formule soortelijke weerstand
R=AρL
RA=ρL
A=RρL
ρ=LRA
L=ρRA
R=AρL
/ A
Hieruit volgt:
/ ρ
/ L
/ R
x A

Slide 6 - Tekstslide

Oppervlakte van de draad (A)

Slide 7 - Tekstslide

Doorsnede draad
1

Slide 8 - Tekstslide

Soort stof
Deze tabel krijg je er tijdens de toets bij

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 1

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 1
1

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld 2

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 2
1

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld 3

Slide 14 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 3
1

Slide 15 - Tekstslide

Je kunt hier je uitwerkingen / gemaakte werk van voorbeelden 1 t/m 3 inleveren.

Slide 16 - Open vraag

Lever hier een foto van je aantekeningen / samenvatting van deze LessonUp in.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Verwerkingsopgaven 11. Soortelijke weerstand

Gebruik bij rekenvragen altijd het stappenplan.
Rond je EINDantwoord af op 1 decimaal (tenzij anders vermeld).
Uitwerkingen  (getallenantwoorden na de opgaven)

Slide 19 - Tekstslide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben

Slide 20 - Tekstslide

Oefenopdracht - maak hem in je schrift.
Frans heeft een rol stroomdraad. De draad is van koper en 0,5 mm dik. Hij wil graag weten hoeveel meter er nog op de rol zit, maar het is te veel om hem helemaal af te rollen. Daarom meet hij de weerstand van de draad en die is 2,1 Ω. Bereken de lengte van de draad.
stap 1: Bereken de doorsnede (A)
stap 2: Bereken de lengte (L)
tip

Slide 21 - Tekstslide

Je kunt hier je gemaakte oefenopdracht inleveren.

Slide 22 - Open vraag

11.1
a. Bereken de weerstand van een 65 cm lange stalen draad, met een doorsnede
van 0,045 mm².
b. Een 875 m lange constantaandraad heeft een weerstand van 3,5 kΩ.
Bereken de doorsnede van de draad. Rond af op 2 decimalen.
c. Een vierkante aluminium 'draad' met een dikte van 0,08 mm heeft een weerstand van 175 Ω. Bereken de lengte van de 'draad'.
Geef je berekeningen met formule(s)
antwoord: 
a. R = 2,6 Ω
b. A = 0,11 mm²
c. L = 41,5 m
geef zelf je berekening

Slide 23 - Open vraag

11.2
Sven heeft een onbekend stukje materiaal van 15 cm lang met een doorsnede
van 0,132 mm². Hij neemt het voorwerp op in een schakeling, en meet bij een
spanning van 200 mV een stroom van 3,2 A.
a. Bereken de weerstand van het materiaal in mΩ.
b. Laat met een berekening zien waarvan het materiaal gemaakt kan zijn.
Geef je berekeningen met formule(s)
Antwoord:
a. R = 62,5 mΩ
b. ρ = 0,055 Ω mm²/m → wolfraam
geef zelf je berekening

Slide 24 - Open vraag

11.3 VWO:
a. Bereken de weerstand van een 12 m lange gouden (ronde) draad met dikte van 0,18 mm.
b. Bereken de dikte van een 13 cm lang (ronde) grafieten potlood-staaf met een weerstand van 600 mΩ.
Geef je berekeningen met formule(s)
Antwoord:
a. R = 62,5 mΩ
b. ρ = 0,055 Ω mm²/m → wolfraam
geef zelf je berekening

Slide 25 - Open vraag