Kleidung

Er trägt ein schwarzes T-Shirt, eine graue Hose und weiße Schuhe.
Sie trägt eine grüne Jacke, ein weißes T-Shirt und blaue Jeans.
K
L
E
I
D
U
N
G
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Er trägt ein schwarzes T-Shirt, eine graue Hose und weiße Schuhe.
Sie trägt eine grüne Jacke, ein weißes T-Shirt und blaue Jeans.
K
L
E
I
D
U
N
G

Slide 1 - Tekstslide

Steh auf....
...wenn du
eine blaue Jeans trägst.

Slide 2 - Tekstslide

Steh auf....
...wenn du
weiße Schuhe trägst.

Slide 3 - Tekstslide

Steh auf....
...wenn du
ein schwarzes T-Shirt trägst.

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding
das
der
das
die
die
Mütze
Stiefel
Brille
Kleid
T-Shirt

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding
die
der
der
der
die
Ring
Rock
Jacke
Schuh
Hose

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding
die
der
die
die
die
Socken
Jeans
Ohrringe
Kette
Pullover

Slide 7 - Sleepvraag

Wat draag je aan je voeten?
A
die Stiefel
B
die Hose
C
der Pullover
D
die Jeans

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van :
der Pullover
A
de blouse
B
de jas
C
de trui
D
de capuchon

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van :
de broek
A
der Hose
B
der Hosen
C
das Hosen
D
die Hose

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf de vertaling op van:
de sokken, de oorbellen

Denk aan de hoofdletter en noteer ook het lidwoord!

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de vertaling op van:
de broek, de laars
Denk aan de hoofdletter en noteer ook het lidwoord!

Slide 12 - Open vraag

Schrijf de vertaling op van:
de trui, de jurk
Denk aan de hoofdletter en noteer ook het lidwoord!

Slide 13 - Open vraag