Deze week staat in het teken van terugblikken op 6.4 en de opdrachten maken.
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit
Je weet wat een krappe en ruime arbeidsmarkt is.
Je kent de verschillende soorten werkloosheid
Slide 3 - Tekstslide
Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan. Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid.
Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid.
Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.
Slide 4 - Tekstslide
Aanbod van arbeid = Beroepsbevolking
beroepsbevolking = aanbod van arbeid
Beroepsbevolking zijn alle inwoners van Nederland van 15 tot 67 (dit wordt steeds ouder) die werken of werk zoeken voor ten minste 12 uur in de week.
Slide 5 - Tekstslide
Vraag naar arbeid = Werkgelegenheid
Werkgelegenheid = Vraag naar arbeid
Overheid en bedrijven:
-Banen die vervuld worden
-Vacatures
Slide 6 - Tekstslide
Regionale werkloosheid
In sommige provincies is meer werkloosheid dan in de andere (Chauffeurs vorig filmpje)
Dit heet Regionale werkloosheid
Slide 7 - Tekstslide
Frictiewerkloosheid
Je verliest je baan en zoekt een andere...
Je studeert af en zoekt een baan...
De tijd hiertussen heet frictiewerkloosheid
Slide 8 - Tekstslide
Structurele werkloosheid
Veranderingen binnen productie. Werk verdwijnt door: