Medisch rekenen, medicatie per kg lichaamsgewicht

Medisch rekenen
1. Medicatie per kg lichaamsgewicht
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Medisch rekenen
1. Medicatie per kg lichaamsgewicht

Slide 1 - Tekstslide

Oefening 1

Slide 2 - Tekstslide

1) Voorschrift: 1 mg per kg lichaamsgewicht. De zorgvrager weegt 56 kg. Hoeveel mg geef je?
A
1 mg
B
1 ml
C
56 mg
D
56 ml

Slide 3 - Quizvraag

2) Voorschrift: 3 x per dag 0,4 mg per kg lichaamsgewicht. De zorgvrager weegt 68 kg. Hoeveel
mg geef je per keer?

Slide 4 - Open vraag

3) Voorschrift: 10.000IE per kg lichaamsgewicht. De zorgvrager weegt 78 kg. Hoeveel IE geef je?

Slide 5 - Open vraag

4) Voorschrift: 5 mg per kg lichaamsgewicht. De zorgvrager weegt 105 kg. Hoeveel mg geef je?

Slide 6 - Open vraag

Oefening 2

Slide 7 - Tekstslide

1) Voorschrift: geef de zorgvrager 0,2 mg per kg lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 90 kg.
Aanwezig: ampullen van 4 ml (2 mg/ml)
a) Hoeveel ml geef je de zorgvrager?
A
9ml
B
a. 18ml
C
0,18ml
D
a. 4,5ml

Slide 8 - Quizvraag

1) Voorschrift: geef de zorgvrager 0,2 mg per kg lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 90 kg.
Aanwezig: ampullen van 4 ml (2 mg/ml)
b) Hoeveel ampullen heb je hiervoor nodig?

Slide 9 - Open vraag

2) Voorschrift: geef 3 keer per dag 125 IE per kg lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 83 kg.
Aanwezig: 20 ampullen van 5 ml (1000 IE/ml)
a) Hoeveel ampullen heb je nodig per keer?

Slide 10 - Open vraag

2) Voorschrift: Geef 3 keer per dag 125 IE per kg lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 83 kg.
Aanwezig: 20 ampullen van 5 ml (1000 IE/ml)
b) Hoeveel ml dien je toe per dag?

Slide 11 - Open vraag

2) Voorschrift: geef 3 keer per dag 125 IE per kg lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 83 kg.
Aanwezig: 20 ampullen van 5 ml (1000 IE/ml)
c) Heb je genoeg ampullen voor 1 week?

Slide 12 - Open vraag

3) Voorschrift: geef 2 keer per dag 0,05 gram per kilo lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 61 kg.
Aanwezig: 40 ampullen van 5 ml (1000 mg per ml).
a) Hoeveel ml geef je per keer?


Slide 13 - Open vraag

3) Voorschrift: geef 2 keer per dag 0,05 gram per kilo lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 61 kg.
Aanwezig: 40 ampullen van 5 ml (1000 mg per ml).
b) Hoeveel hele dagen kun je doen met de voorraad?

Slide 14 - Open vraag

4) Voorschrift: 3 keer per dag 200 mcg per kilogram lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 95 kg.
Aanwezig: 30 ampullen van 3 ml ( 10 mg/ml)
a) Hoeveel ml geef je per dag?

Slide 15 - Open vraag

4) Voorschrift: 3 keer per dag 200 mcg per kilogram lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 95 kg.
Aanwezig: 30 ampullen van 3 ml ( 10 mg/ml)
b) Hoeveel ampullen gebruik je per dag?

Slide 16 - Open vraag

5) Voorschrift 2 keer daags 0,25 mg per kilogram lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 22 kg.
Aanwezig: 12 ampullen van 2 ml (2 mg/ml)
a) Hoeveel ml geef je per keer? (afronden op 1 decimaal).

Slide 17 - Open vraag

5) Voorschrift: 2 keer daags 0,25 mg per kilogram lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 22 kg.
Aanwezig: 12 ampullen van 2 ml (2 mg/ml)
b) Hoeveel mg geef je per week?

Slide 18 - Open vraag

5) Voorschrift: 2 keer daags 0,25 mg per kilogram lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 22 kg.
Aanwezig: 12 ampullen van 2 ml (2 mg/ml)
c) Hoeveel ampullen gebruik je per dag?

Slide 19 - Open vraag

6) Voorschrift: 1 keer per dag 200 IE per kilogram lichaamsgewicht.
De zorgvrager weegt 65 kg.
Aanwezig: 10 ampullen van 3 ml (6500 IE per ml)
a) Hoeveel ampullen heb je nodig voor 1 hele week?

Slide 20 - Open vraag

Einde
Dank voor de aandacht, groet Arr

Slide 21 - Tekstslide