Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Livebeat 2 Unit 3 comparatives and superlatives
Welcome!
Today: recap U3 and U4 !
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome!
Today: recap U3 and U4 !
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Noem een onderwerp dat op het proefwerk komt.
Slide 3 - Open vraag
Hoe noem je de eerste trap van vergelijking in het Engels?
Slide 4 - Open vraag
Hoe noem je de tweede/ overtreffende trap in het Engels?
Slide 5 - Open vraag
nice
far
good
small
interesting
big
happy
invisible
+ er / + est
more / the most
uitzondering
woord verandering
Slide 6 - Sleepvraag
......... is ...... than .....
Slide 7 - Woordweb
..... is the .......
Slide 8 - Woordweb
Comparatives:
My friend is ...(intelligent) than me.
A
intelligenter
B
more intelligenter
C
more intelligent
D
most intelligent
Slide 9 - Quizvraag
Comparatives:
My dog is ...(scary) than yours.
A
scarier
B
more scary
C
scaryer
D
most scary
Slide 10 - Quizvraag
Comparatives:
My father is ...(nice) than yours.
A
nicer
B
more nice
C
nicest
D
most nice
Slide 11 - Quizvraag
Comparatives:
My burger is ...(big) than yours.
A
big
B
more big
C
biger
D
bigger
Slide 12 - Quizvraag
Comparatives:
My friend lives ...(far) away than yours.
A
farter
B
more far
C
further
D
the furthest
Slide 13 - Quizvraag
Comparatives:
My computer works ...(bad) than yours.
A
badder
B
more bad
C
worse
D
the worst
Slide 14 - Quizvraag
Comparatives:
My grade is ...(good) than yours.
A
beter
B
gooder
C
better
D
more good
Slide 15 - Quizvraag
Comparatives:
French is ...(difficult) than English.
A
difficulter
B
more difficult
C
more difficulter
D
most difficultest
Slide 16 - Quizvraag
Which is the superlative form of the adjective "clever"?
A
cleverest
B
most clever
C
cleverer
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent past simple?
Slide 18 - Open vraag
Met welk woord begint een vraagzin in de verleden tijd?
Slide 19 - Open vraag
Past simple:
She .................. him when she was 12. (love)
Slide 20 - Open vraag
Past simple:
We .................. there last month. (work)
Slide 21 - Open vraag
Past simple INTERROGATIVE !
1. He worked there in 1999.
Slide 22 - Open vraag
Past simple INTERROGATIVE !
1. We played piano yesterday.
Slide 23 - Open vraag
Use the correct form of to be.
Slide 24 - Tekstslide
He ..................... nine years old.
Slide 25 - Tekstslide
We ..................... there.
Slide 26 - Tekstslide
Tim and mike ..................... there. (not)
Slide 27 - Tekstslide
My mother ..................... there. (not)
Slide 28 - Tekstslide
I ..................... there. (not)
Slide 29 - Tekstslide
Compare the burgers.
Write a FULL sentence!
Slide 30 - Open vraag
Turn to page
3D FAMOUS MONUMENTS
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden
16 dagen geleden
- Les met
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
V2E Past simple, genitive, comparisons
Februari 2022
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
2 mavo unit 2
December 2022
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
7 Simply the best
Mei 2024
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
F2: unit 3 grammar practice
Februari 2021
- Les met
42 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
4H week 41
Oktober 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2M practise PW Unit 3 and Unit 4
Februari 2021
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V2 17 Feb Unit Solutions
Februari 2022
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1