Paragraaf 4.3 Europa: verenigd in verscheidenheid

4.3 Europa: Verenigd in verscheidenheid

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 Europa: Verenigd in verscheidenheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1
Berlijn: een Europeese hoofdstad
Hoofdstuk 4: Grenzeloos Europa
4.2 Duitsland: de Europese reus
4.3 Europa: verenigd in verscheidenheid

4.4 Fort Europa
Deelvraag: Wat betekenen de politieke en economische verschillen tussen de Europese landen voor de Europese Unie?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.3 
Aan het einde van de les:

- Kun je uitleggen hoe de Europese Unie is ontstaan en wat het doel is
- Kun je uitleggen wat de voordelen en nadelen benoemen van de Europese Unie 

Tijdens de uitleg:
 ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
 maak je aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De EU
  •  De EU: Politiek en economisch samenwerkingsverband tussen 27 landen in Europa.

  • Werken samen op het gebied van veel terreinen zoals economie, landbouw, migratie etc.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europese eenwording
  • Na WO II besloten landen samen te werken
  •     1957:  EEG  opgericht door:
     België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en West-Duitsland.

  •   Doel: oorlogen voorkomen en welvaart vergroten.

  •  In 1993 groeide de EEG uit tot de Europese Unie.

Maak
Aantekeningen!!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de Unie
  • Zorgen voor vrede
  •  Zorgen voor een goede welvaart
  • Discriminatie bestrijden
  • Milieuproblemen aanpakken
  • Gelijke rechten voor iedereen


Maak
Aantekeningen!!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Meer landen wilden zich aansluiten 
  • Eerst de landen uit Noord- en 
West-Europa
 
  • Vanaf ‘80: Landen uit Zuid-Europa

  • Vanaf 2004: 13 landen uit Centraal- en Oost-Europa.
 
 

Maak
Aantekeningen!!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheid binnen de EU



Zijn er veel verschillen in
de Europese Unie of is er veel 
eenheid?


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheid?
  •  EU is multicultureel:  Mensen met verschillende  culturen die met elkaar samenleven
  • EU probeert een eenheid te zijn op politiek en economisch gebied, dat doen ze door:
 Gelijke wetten te maken in alle lidstaten.

Maak
Aantekeningen!!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen EU
Nadelen EU
Geen grenscontrole
dus makkelijker wonen / werken in andere EU landen
Geen inspraak meer
Gezamenlijke munt / Euro
Met zo veel landen gaat de besluitvorming veel trager.
Meer macht
Rijke EU landen moeten arme EU landen financieel helpen
Sterke economie
Gelijke regels en wetten
Maak
Aantekeningen!!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schengenlanden = 26 landen die afspraken hebben gemaakt over visum, vluchtelingen en samenwerking politie en justitie

Maak
Aantekeningen!!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BNP in de EU

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Of toch geen eenheid?
  • Veel verschillen in welvaart binnen de EU
  • Noord en West Europa:
       welvarend en ontwikkeld
  • Oost  en Zuid Europa:
       weinig welvaart  en minder ontwikkeld.
Maak
Aantekeningen!!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migratie
 
  •  In Oost-Europa: Veel emigratie = verlaten van een gebied
  • In West-Europa: Veel immigratie = vestigen in een gebied

Conclusie: Jonge mensen trekken van Oost – Europa naar 
West - Europa 

Maak
Aantekeningen!!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migratie

• Gevolgen van migratie  in Oost – Europa:

  • 1. Vergrijzing: Wanneer er meer ouderen zijn dan jongeren

  • 2. Ontgroening: Weinig jongeren, dus weinig geboortes
Maak
Aantekeningen!!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Quizlet bespreking
Kernbegrippen Quizlet
Verdiepende vragen


economisch machtsblok
interne markt
Schengenland
selectieve migratie
ontgroening


Wat betekent het begrip?

Kan je er een zin mee maken?

Kan je het begrip tekenen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mini SO 4.3
R

2p
Noem vier doelen van de Europese Unie.

T1


3p
Gebruik de bron
(1p) Wat laat de bron zien?
(2p) Geef hiervoor een verklaring.

T2


3p
Binnen de Europese Unie zijn er veel verschillen.
(1p) Benoem twee van deze verschillen;
(2p) Beschrijf in hoeverre deze verschillen (on)wenselijk zijn.

I


2p
In 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk de EU verlaten.
(1p) Waarom heeft het VK dit gedaan?
(1p) Welk land zou het volgende land kunnen zijn 
        (gebruik hiervoor de bron)

Slide 24 - Tekstslide

Houdt PTD aan

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

HERHALING
Paragraaf 4.3
Europa

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft de letter D aan?
A
Historische binnenstad
B
CBD
C
Oude woonwijk
D
Oude woonwijk na 1945

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft de letter A aan?
A
Historische binnenstad
B
CBD
C
Oude woonwijk
D
Oude woonwijk na 1945

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van wijk A?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Suburbanisatie is de trek van stad naar platteland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuid - Duitsland
Noordoost-Duitsland
bevolkingsafname
bevolkingsgroei
hightechindustrie
hoge werkloosheid
hoogwaardige dienstverlening
vroeger communisme
Munchen

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel lidstaten heeft de EU op dit moment?
A
25
B
26
C
27
D
28

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Unie is een politiek en economisch samenwerkingsverband tussen 27 landen in Europa.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 doelen van de EU?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 voordelen van de EU

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 nadelen van de EU

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1957
1986
2004
Hongarije
Italië 
Litouwen
Nederland
Polen
Potugal
Spanje

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn schengenlanden?
A
Landen in de EU die dezelfde euromunt gebruiken
B
Landen die afspraken hebben gemaakt over visum, vluchtelingen en samenwerking politie en justitie
C
Landen die afspraak gemaakt hebben over verschillende regels

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle EU-landen behoren tot de Schengenlanden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land heeft in 2020 de EU verlaten?
A
Verenigd Koninkrijk
B
Ierland
C
Noorwegen
D
Duitsland

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van de EU heeft een lage welvaart?
A
Oost en Noord Europa
B
Oost en zuid Europa
C
West en Noord Europa
D
Noord en zuid Europa

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is emigratie
A
Vestigen in een gebied
B
Vertrekken uit een gebied

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is immigratie
A
Vertrekken uit een gebied
B
Vestigen in een gebied

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van de EU heeft een hoge welvaart?
A
Zuid en noord
B
Noord en west
C
Oost en West
D
Noord en Oost

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke land in de EU heeft de meeste welvaart
A
Hongarije
B
Ierland
C
Luxemburg
D
Spanje

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie vetrekken vooral uit Oost - Europa en gaan naar West - Europa

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 2 gevolgen van de emigratie van Oost- naar West Europa

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies