inhalatiemedicatie

Med

Inhalatie medicaties en toedieningsvormen


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Med

Inhalatie medicaties en toedieningsvormen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Sympathische Zenuwstelsel: Actie en Energie


 bereidt  je lichaam op actie. Het is als een gaspedaal in een auto - het zorgt voor een stijging van energie en alertheid. Dit systeem is vooral actief tijdens stressvolle situaties, waarbij het lichaam in een staat van 'vechten of vluchten' wordt gebracht.


Het sympathische zenuwstelsel zorgt voor een verhoogde hartslag, versnelde ademhaling, verwijde pupillen en een verminderde spijsvertering. Het doel is om het lichaam te voorzien van de energie en middelen die nodig zijn om snel te reageren op bedreigingen of uitdagingen.





Het Parasympathische Zenuwstelsel: Rust en Herstel


 remmen van een auto. 
 herstellen van het lichaam naar een staat van rust na een periode van opwinding of stress. Dit systeem bevordert ontspanning, voeding en herstel.


Het parasympathische zenuwstelsel verlaagt de hartslag, stimuleert de spijsvertering, vernauwt de pupillen en bevordert de afscheiding van speeksel en tranen. Het zorgt ervoor dat het lichaam de energie kan behouden en herstellen die tijdens de 'vechten of vluchten' reactie is verbruikt



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

sympathicomimetica = dus stimulerend

salbutamol = stofnaam hetzelfde als ventolin = merknaam!

Slide 6 - Tekstslide

Anticholinergica blokkeren onwillekeurige spierbewegingen doordat de prikkeloverdracht in het motorische zenuwstelsel wordt geremd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

bijwerkingen, schimmelinfecties, altijd mond spoelen nadien

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen indicatie om medicijnen via de luchtwegen toe te dienen ?
A
COPD
B
ASTMA
C
LONGONTSTEKING
D
Benauwdheid door vernauwde luchtwegen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een contra indicatie voor het toedienen van medicatie via de luchtwegen?
A
hypertensie
B
nierinsufficientie
C
leeftijd <5 jaar
D
chronisch hartfalen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom trek je handschoenen aan bij het klaarmaken van vernevelmedicatie?
A
Omdat de vernevelmedicatie op jouw huid blijft ruiken
B
Omdat de medicatie door jouw huid in jouw lichaam terechtkomt
C
omdat de zorgvrager weleens sputum op kan hoesten
D
omdat dit een steriele handeling is

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het inhaleren van medicijnen heeft niet tot doel:
A
remming van ontstekingsreacties
B
vergroten van de longinhoud
C
verdunning van taai slijm
D
opheffen van bronchospasmen (bronchusverwijding)

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met een .... longprobleem gebruiken vooral inhalatie medicatie?
A
Acuut
B
Sporadisch
C
Chronisch
D
Incidenteel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties van inhalatie medicatie zijn:
A
Hartritme stoornissen
B
Heesheid
C
Schimmelinfectie
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke longaandoening worden de luchtwegen nauwer, door samentrekkende spiertjes in de luchtpijptakjes.
A
Astma
B
COPD
C
Astma en COPD
D
Geen beide

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er bestaan verschillende typen inhalatoren,
A
Stoombad
B
Vernevelaar
C
Verstuiver
D
Poederinhalator

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De keuze voor een bepaalde methode van toediening is afhankelijk van
A
Medische indicatie
B
Voorkeur
C
Ademhalingscapaciteit
D
Vaardigheden van de zorgvrager

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met de juiste tips kan de zorgvrager medicijn diep en krachtig inademen, welke hoort er niet bij?
A
goede ademhalings- -techniek aan te leren
B
ruim de tijd te nemen voor instructie
C
mee te denken over een passend toedienings- -systeem
D
ruim voldoende medicatie toe te dienen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een observatie voor NA het inhaleren?
A
Wat moet ik registreren en rapporteren?
B
Zit de zorgvrager in de juiste houding?
C
Past de zorgvrager de juiste techniek toe?
D
Is de opdracht duidelijk genoteerd?

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Open learnbeat

Maak deel H; "intergratie" 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor af
Nulmeting...

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke longaandoening worden de luchtwegen nauwer, door samentrekkende spiertjes in de luchtpijptakjes.
A
Astma
B
COPD
C
Astma en COPD
D
Geen beide

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies