SV - Zakelijke brief: algemeen en klachtenbrief

Goedemorgen vierdeklassers!
Vandaag: 
Uitleg zakelijke brief
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen vierdeklassers!
Vandaag: 
Uitleg zakelijke brief

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
1. Je kent de conventies voor het schrijven van een brief.
2. Je weet wat er in een klachtenbrief, sollicitatiebrief en motivatiebrief moet staan. 
3. Je kunt een gerichte, duidelijke,
aantrekkelijke zakelijke brief schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Briefconventies: vaste indeling
1. Afzender (schrijver)
2. Geadresseerde (ontvanger)
3. Plaats, datum (uitgeschreven)
4. Betreft (onderwerp)
5. Aanhef (Geachte...)
6. Inhoud (inleiding-middenstuk-slot)
7. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
8. Ondertekening (handtekening + naam)
(9. Bijlagen) 

Slide 3 - Tekstslide

Verdeling over de pagina
- Plaats tussen de verschillende onderdelen en alinea's steeds witregels
- Probeer je brief op één kantje te zetten 
- Langer dan één A4'tje? Hele laatste alinea op pagina 2!

Slide 4 - Tekstslide

Soorten zakelijke brieven 
1. Informerend, verzoekend
2. Klachtenbrief (SE-stof)
3. Motivatiebrief (SE-stof)
4. Sollicitatiebrief (SE-stof)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Verschillen mail en brief
1. In een e-mail schrijf je de gegevens van de geadresseerde niet op.
2. De ‘betreft-regel’ wordt vervangen door de ‘onderwerpregel’.
3. Als je bijlagen meestuurt, plaats je boven de e-mail een regel waarin je vermeldt wat voor documenten je hebt bijgevoegd.

Slide 7 - Tekstslide

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de brief schrijft.
B
Degene die de brief schrijft.

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief.
A
's-Hertogenbosch 18 januari 2022
B
's-Hertogenbosch, 18 Januari 2022
C
's-Hertogenbosch, 18 januari 2022
D
's-Hertogenbosch 18 -01-2022

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heer of mevrouw,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde wel kent
A
Geachte heer Van Pommelen,
B
Geachte Jos van Pommelen,
C
Geachte meneer Van Pommelen,
D
Geachte heer J. Van Pommelen,

Slide 11 - Quizvraag

De eerste zin van de brief begin met een hoofdletter.
A
Niet waar. De aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar. De eerste zin begint toch met een hoofdletter.

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze voor de slotformule
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 13 - Quizvraag

Onder de slotformule volgen je eigen voor- en achternaam, adres, postcode en woonplaats
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste adresdeel
A
3114BC Amsterdam
B
3114 BC Amsterdam
C
3114BC AMSTERDAM
D
3114 bc Amsterdam

Slide 15 - Quizvraag

De bijlagen die je met de brief meestuurt, moet je onder aan de brief vermelden.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen als je meer dan één bijlage hebt

Slide 16 - Quizvraag

Klachtenbrief 

Slide 17 - Tekstslide

Welke onderdelen zitten in een klachtenbrief?

Slide 18 - Woordweb

Klachtenbrief
Doel: overtuigen
Toon: blijf beleefd; voorkom harde beschuldigingen; confronteer de lezer niet te veel met zijn fout; plaats de oplossing centraal; gebruik weinig negatieve woorden; ga niet schelden; gepaste verontwaardiging heeft in de meeste gevallen meer effect.

Slide 19 - Tekstslide

Klachtenbrief
Inhoud:
- alinea 1: aanleiding voor de klacht; beschrijving van de klacht 
- alinea 2: oorzaak van de klacht; wat er aan vooraf is gegaan 
- alinea 3: gewenste maatregelen; gewenste (reactie)termijn  
- bijlagen: kopieën van aankoopbonnen, vorig contact etc. 

Heb je meerdere klachten? Kies een logische indeling! 

Slide 20 - Tekstslide

Maken: opdracht 2 blz. 113
Vraag 1t/m6: individueel 
Vraag 7 (herschrijven): in tweetallen 

timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Niet doen!
- Te veel tekst (probeer je te beperken tot ongeveer 1 A4'tje)
- Informeel taalgebruik (je/jij/jullie/jouw)
- Afkortingen (t.a.v. is de enige uitzondering!)
- Opleidingen vermelden die er niet toe doen (bijv. basisschool)
- Negatieve meningen geven over vorige werkgevers
- De tekst in de vacature letterlijk herhalen
- De brief beginnen met 'Ik' (want dat is onbeleefd)

Slide 22 - Tekstslide

Waarom zou je een sollicitatiebrief moeten kunnen schrijven?
-Je ouders blijven niet alles voor je betalen
-Je kan wel wat extra geld gebruiken
-Alvast voor over heel veel jaar als je ouders niets voor je willen betalen

Slide 23 - Tekstslide

De aanpak: bouwplan
1. Inleiding: maak meteen duidelijk wat jij wilt
2. Middenstuk: vertel over je persoonlijkheid. Wat heb jij te bieden
3. Stel jezelf kort voor
4. Koppel de eisen van de vacature aan voorbeelden
5. Wat is je doel
6. Sluit af en bedank voor de tijd

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Inhoud
- Inleiding (alinea 1) : doel van de brief
- Kern: 
  alinea 2: waarom jij solliciteert (over jou)
  alinea 3: waarom spreekt deze functie jou aan? (interesse en opleiding)
  alinea 4: waarom moeten ze jou aannemen?  (kwaliteiten, ervaring, bijzonderheden)
- Slot (alinea 5) : Wens of verwachting uitspreken.

Slide 26 - Tekstslide

Niet doen!
- te veel tekst (ongeveer 1 A4'tje)
- Informeel taalgebruik (je/jij/jullie/jouw)
- afkortingen
- opleidingen vermelden die er niet 
  toe doen (bv. basisschool)
- negatieve meningen over vorige  werkgevers
- de tekst in de vacature letterlijk herhalen
- De brief beginnen met 'Ik' (want dat is onbeleefd)

Slide 27 - Tekstslide

Tips
- Schep niet op, maar wees ook niet te bescheiden.
- Onderbouw jouw motivatie en blijf dicht bij jezelf. Verwoord jouw ervaring als verkoopargument. 
- Als je jouw interesses en kwaliteiten benoemt, koppel deze dan altijd aan de functie waarvoor je solliciteert (waarom is jouw flexibiliteit handig voor de functie).
- Geef voorbeelden. Zeg niet alleen dat je flexibel bent, maar geef voorbeelden van situaties waaruit dat blijkt.
- Houd de afsluiting kort.

Slide 28 - Tekstslide

Je wilt aangenomen worden op een dansopleiding.
Wat is de correcte betreftzin?
A
Betreft: Motivatie brief opleiding dans
B
Betreft: motivatiebrief dansopleiding
C
Betreft: Motivatiebrief opleiding dans
D
Betreft: motivatie brief dans opleiding

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef voor een zakelijke brief?
A
Beste Meneer Jansma,
B
Geachte Meneer Jansma,
C
Geachte heer Jansma,
D
Hallo meneer Jansma,

Slide 30 - Quizvraag

Welke afsluiting kun je beter niet gebruiken in een zakelijke brief?
A
Hoogachtend, Piet Precies
B
Met hartelijke groet, Piet Precies
C
Met vriendelijke groet, Piet Precies
D
Groetjes, Piet Precies

Slide 31 - Quizvraag

Welke zin zou je kunnen terugvinden in een motivatiebrief?
A
Ik weet eigenlijk nog niet precies wat ik wil gaan studeren aan uw hogeschool.
B
Vroeger was ik altijd al erg brutaal en gaf ik snel en ondoordacht mijn mening.
C
Samenwerken is voor mij een ontwikkelpunt. Ik vind het lastig om taken uit handen te geven.
D
Er zijn weinig mensen die zo goed kunnen dansen als ik. U moet mij daarom wel toelaten!

Slide 32 - Quizvraag

Inhoud van motivatiebrief
Doel: in relatief weinig woorden vertellen waarom jij in aanmerking wilt komen voor hetgeen waarvoor je schrijft

  • persoonlijke gegevens
  • gegevens die specifiek van belang zijn (bijv. opleiding, ervaring)
  • de reden dat je de brief schrijft (motivatie)
  • persoonlijke vaardigheden en talenten die je hebt
  • jouw visie op hetgeen waarvoor je schrijft (wat je belangrijk vindt)

Slide 33 - Tekstslide

Tips voor een goede brief
Zorg dat je veel informatie hebt over de ontvanger (doe onderzoek)
Toon enthousiasme
Blijf geloofwaardig
Wees origineel 
Je mag persoonlijk zijn in de brief (ontwikkelpunten)
Vermijd clichés
Verander niet ineens je schrijfstijl

En heel belangrijk: wees concreet! Geef voorbeelden! 

Slide 34 - Tekstslide

Liever niet...
...zeggen waarom het voor JOU zo fijn zou zijn deze functie/stage/opleiding te krijgen

Slide 35 - Tekstslide