LOB Rechten en plichten, grondrecht en grondwet

Goedemorgen/middag
LOB Rechten en plichten, grondrecht en grondwet
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen/middag
LOB Rechten en plichten, grondrecht en grondwet

Slide 1 - Tekstslide

Rechten en plichten:
Rechten zijn: *Dingen die je mag of aanspraak op kunt maken.
             Bijvoorbeeld:
(recht op onderwijs, recht op salaris , recht op meningsuiting, etc.). 


Plichten zijn:
*Dingen die je moet doen of dingen die je moet nakomen.
Bijvoorbeeld:
(op tijd op je werk komen. Aan
 de verkeersregels houden, je rekeningen betalen, Identiteitsplicht vanaf 14 jaar,enz.).

Slide 2 - Tekstslide

Grondrechten
In een rechtsstaat heeft iedere burger grondrechten
Belangrijkste rechten die je als burger hebt:
*Klassieke grondrechten.
*Sociale grondrechten.


Slide 3 - Tekstslide

Klassieke grondrechten

Burgerlijke en politieke rechten

  • Kiesrecht.
  • Vrijheid van meningsuiting.
  • Recht op gelijke behande- ling.
Sociale grondrechten

Economische, sociale en culturele rechten 

  • Recht op huisvesting.
  • Gezondheidszorg.
  • Onderwijs.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden van grondrechten:

* Kiesrecht= Recht om te stemmen bij de verkiezingen, als je 18 of ouder bent of je mag je verkiesbaar stellen.
Vrijheid van Godsdienst= Vrij om je godsdienst te kiezen en je mag daarvoor uitkomen. 
Vrijheid van vergadering en betoging=Je hebt het recht  om met anderen samen te komen, om bijvoorbeeld te vergaderen of te demonstreren.
Recht op onderwijs=Je hebt het recht om naar school te gaan en de overheid moet zorgen dat ieder kind naar school gaat.

Slide 5 - Tekstslide

Mag /mag niet
* Grondrechten beschermen burgers tegen macht en tegen elkaar(vrijheid van Godsdienst).
Grondrechtenmogen niet worden beperkt of afgenomen(demonstraties mogen verboden worden als het heftig aan toe gaat of iemand die een gevaar is voor de gemeenschap).

Slide 6 - Tekstslide

Wetten
* Iedereen moet zich aan de wetten houden die in Nederland gelden. Ongeacht of je nou rijk, arm bent of eengeweldige titel hebt. *In Nederland is namelijk iedereen gelijk voor de wet.
*De overheid controleert of mensen zich aan de wet houden. Doe je dat niet kun je gestraft worden(boete/taakstraf of Jail.

Slide 7 - Tekstslide

Grondwet
* De wet regelt wie Nederlander is ( vb. een geldig verblijfsvergunning).
* De wet regelt de toelating en de uitzetting van vreemdelingen (geen verblijfsvergunning, als je een gevaar voor de gemeenschap bent, enz.).

Slide 8 - Tekstslide

Discussiepunten:
- Welk recht en plicht heb jij als leerling op school?

- Welk recht en plicht heeft een docent op school?

- Waarom hebben leerlingen andere rechten en plichten dan docenten?

Slide 9 - Tekstslide

Begrippenljst
*Grondrecht=een belangrijk recht dat voor alle burgers geldt.
*Grondwet= De belangrijkste wet in Nederland.
*Plicht= Iets wat je moet doen of wat je moet nakomen.
*Recht= Iets wat je mag doen of waar je aanspraak op kunt maken.

Slide 10 - Tekstslide

Regels en wetten
*Regels zorgen ervoor dat mensen goed met elkaar kunnen samenleven.
*Regels geven aan wat je wel of niet mag doen. (op tijd naar school gaan , stil zijn in de stiltecoupes,etc.).
Regels zorgen voor orde en veiligheid (verkeersregels).

Slide 11 - Tekstslide

Begrippenlijst
Norm= een manier van doen die als normaal wordt gezien (bij de waarde eerlijkheid hoort de norm  dat je niet mag liegen).
Waarde= is een idee dat belangrijk wordt gevonden (vrijheid, gelijkheid,eerlijkheid en respect).
Wet= een regel die is opgesteld door de overheid en is vastgelegd in een wetboek.
Recht van de sterkste= mensen met macht en veel geld, kunnen anderen onderdrukken.

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie/afsluiting:

Heb je nog vragen of ideeën t.a.v. deze onderwerpen?




Slide 13 - Tekstslide