Con Gusto 1 :Unidad 5

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma 4 januari
De onpersoonlijke vorm met "se". 
TB 14 + uitleg (p. 48)
WB 25 & 26 (p.50)
Woorden 124 t/m 140.

Slide 2 - Tekstslide

Los bares en España (pag. 49 oef. 12 a)
Lees de tekst en omcirkel steeds de meest logische optie
1. a las 6:30/ a las 8
2. Tostadas/bocadillos
3. entre la 1 y las 2/entre las 2 y 2:30
4. un menú barato/solo un bocadillo
5. todo el día/ por la tarde
6. a partir de las 8:30/entre las 8 y las 10.
7. estudiantes/turistas
8. ver la tele/sentarse en la mesa de otras personas
¿Qué significa?
En un bar se toma café.
También se comen tapas.
men/ er wordt
31

Slide 3 - Tekstslide

Deel nu een foto van opdracht 14. A

Slide 4 - Open vraag

In Spanje dineert men laat.....
A
En España se cena tarde.
B
En España se cenan tarde.
C
En España cena tarde.
D
En España se almuerza tarde.

Slide 5 - Quizvraag

In Spanje eet men churros.
A
En España se come churros.
B
En España como churros.
C
En España se comen churros.
D
En España le comen churros.

Slide 6 - Quizvraag

In Spanje drinkt men sangría.
A
En España se toman sangría.
B
En España se tomamos sangría.
C
En España toma sangría.
D
En España se toma sangría.

Slide 7 - Quizvraag

Bedenk nu zelf een Nederlandse gewoonte in de se+derde persoon ev.
"En Holanda ...... "

Slide 8 - Open vraag

Bedenk nu zelf een Nederlandse gewoonte in de se+derde persoon mv.
"En Holanda ...... "

Slide 9 - Open vraag

Maak WB 25 + 26 op p. 50

Slide 10 - Open vraag

se usa para tomar vino.
un cubierto se compone de una cuchara, un cuchillo y un ......
por la mañana se ...... con una tostada.
Al mediodía se ........
Por la noche se .....
Deme un ............. de jamón.
la copa
un bocadillo
almuerza
desayuna
tenedor
cena

Slide 11 - Sleepvraag

programma 8 januari


Klokkijken:
TB 15 (p. 49)
WB 24 & 27
Woorden 141 t/m 148
+ staartje les 4 januari (onpersoonlijke vorm met se)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

¿Qué hora es?

1. Es la una y media
2. Son las tres y veinte
3. Son las seis menos diez
¿A qué hora cenas?

4. A las ocho y media.
5. Entre las ocho y las nueve.

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf in het Spaans uit:

Slide 15 - Open vraag

Schrijf in het Spaans uit:

Slide 16 - Open vraag

Schrijf in het Spaans uit:

Slide 17 - Open vraag

Wanneer zeg je voor een kloktijd "son las" en wanneer "es la"?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer gebruik je voor een kloktijd "son las/ es la", en wanneer "a las/ a la"?

Slide 19 - Open vraag

diálogo 1
diálogo 2
diálogo 3
diálogo 4
diálogo 5
diálogo 6

Slide 20 - Sleepvraag

WB 24, p. 49
Luister naar de vier gesprekken en geef de juiste tijden.

Slide 21 - Open vraag

WB 27, p. 50
Stuur een foto van je nagekeken opdracht.

Slide 22 - Open vraag


Slide 23 - Open vraag