Woordenlijst klas At/m F

BONJOUR!!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR!!

Slide 1 - Tekstslide

calme
A
rustig
B
schattig

Slide 2 - Quizvraag

célèbre
A
vaak
B
beroemd

Slide 3 - Quizvraag

rencontrer
A
ontmoeten
B
vertellen

Slide 4 - Quizvraag

la moitié
A
de helft
B
de vrouw

Slide 5 - Quizvraag

ensemble
A
onmogelijk
B
samen

Slide 6 - Quizvraag

rigolo
A
schattig
B
grappig

Slide 7 - Quizvraag

vertaal: Elle est comment?

Slide 8 - Open vraag

Vertaal: On aime faire du sport.

Slide 9 - Open vraag

Vertaal: Qu'est-ce que vous aimez faire ensemble?

Slide 10 - Open vraag

l'oiseau
A
de vogel
B
het konijn

Slide 11 - Quizvraag

malade
A
oud
B
ziek

Slide 12 - Quizvraag

proche
A
ver
B
dichtbij

Slide 13 - Quizvraag

le poisson
A
de vis
B
de vogel

Slide 14 - Quizvraag

autre
A
andere
B
oud

Slide 15 - Quizvraag

la rue
A
de middag
B
de straat

Slide 16 - Quizvraag

lu
A
gelezen
B
nodig hebben

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal: Tu as des frères et soeurs?

Slide 18 - Open vraag

Vertaal: Vous avez un animal?

Slide 19 - Open vraag

la chambre
A
de kamer
B
de keuken

Slide 20 - Quizvraag

la chaise
A
de tafel
B
de stoel

Slide 21 - Quizvraag

la cuisine
A
de keuken
B
de zolder

Slide 22 - Quizvraag

le cousin
A
de neef
B
de nicht

Slide 23 - Quizvraag

donc
A
dus
B
maar

Slide 24 - Quizvraag

le jardin
A
de tuin
B
de garage

Slide 25 - Quizvraag

Vertaal: Comment est ta chambre?

Slide 26 - Open vraag

Vertaal: Oui, pour faire mes devoirs.

Slide 27 - Open vraag

dehors
A
buiten
B
delen

Slide 28 - Quizvraag

assez
A
genoeg
B
vaak

Slide 29 - Quizvraag

bavarder
A
kletsen
B
drinken

Slide 30 - Quizvraag

à la campagne
A
Op het platteland
B
Op een boerderij

Slide 31 - Quizvraag

l'endroit
A
de plek
B
de kast

Slide 32 - Quizvraag

casse-pied
A
saai
B
leuk

Slide 33 - Quizvraag

la maison
A
de kast
B
het huis

Slide 34 - Quizvraag

Vertaal: Tu habites où?

Slide 35 - Open vraag

Vertaal: Non, j'habite dans une ferme

Slide 36 - Open vraag

Vertaal: Tu habites dans un appartement?

Slide 37 - Open vraag

La fin du cours

Slide 38 - Tekstslide