3.2 Warmte en milieu

3.2 Warmte en milieu
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Warmte en milieu

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Leerdoelen
Terugblik
Uitleg 3.2
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert wat een warmtebron doet.
Je leert enkele brandstoffen te noemen.
Je kunt uitleggen wat nodig is voor een verbranding.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Wat weet je nog van de vorige les?

3.1 Temperatuur meten

Slide 4 - Tekstslide

Waarmee meet je temperatuur?
A
Met een balans
B
Met een erlenmeyer
C
Met een liniaal
D
Met een thermometer

Slide 5 - Quizvraag

Temperatuur is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de temperatuur?
A
10
B
-10
C
0
D
-5

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de
temperatuur?
A
25°C
B
50°C

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de kamertemperatuur?
A
10 °C
B
20 °C
C
37 °C
D
100 °C

Slide 9 - Quizvraag

Hoe werkt een vloeistofthermometer?
A
vloeistof krimpt als temperatuur hoger wordt
B
vloeistof zet uit als temperatuur hoger wordt
C
vloeistof zet uit als temperatuur lager wordt

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meetbereik van deze thermometer?
A
-4 graden Celsius
B
van 40 tot 50 graden Celsius
C
van -40 tot +50 graden Celsius
D
16 graden Celsius

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een warmtebron?

Slide 12 - Tekstslide

Centrale verwarming

Slide 13 - Tekstslide

Cv-installatie
Cv betekent centrale verwarming

Slide 14 - Tekstslide

Warmtebronnen

Een warmtebron is iets dat warmte geeft. 

Bijvoorbeeld: een brander, een kachel, een föhn of een broodrooster. Maar ook de zon is een warmtebron.


Slide 15 - Tekstslide

Brandstoffen
Een brandstof is een stof die warmte levert als je hem verbrand.

  • aardgas, benzine, diesel, steenkool
  • hout

Als je een brandstof verbrandt, komt er energie vrij, dat is de warmte die je voelg.

Slide 16 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen:
  • Aardolie
  • Aardgas
  • Steenkool
Niet fossiel:
  • Anders.

Slide 17 - Tekstslide

Een elektrische oven is een warmtebron. Welk voorwerp is ook een warmtebron?
A
Gasfornuis
B
Lamp
C
Televisie
D
Wekker

Slide 18 - Quizvraag

Wat is geen fossiele brandstof?
A
Steenkool
B
Aardgas
C
Hout
D
Aardolie

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een brandstof?

Slide 20 - Open vraag

Wat is GEEN warmtebron?
A
de zon
B
een pan
C
een fohn
D
een houtvuur

Slide 21 - Quizvraag

Wat is nodig voor verbranding?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

3 voorwaarden voor verbranding

1. Er moet een brandbare stof zijn

2. Er moet voldoende zuurstof zijn

3. De ontbrandingstemperatuur 
   moet bereikt zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Is er bij verbranding veel zuurstof nodig?

Slide 25 - Tekstslide

Verbranding

Slide 26 - Tekstslide

Hoe heet de gele vlam ook alweer?

Slide 27 - Open vraag

Welke vlam is ook alweer het heetst?

Slide 28 - Open vraag

Verbrandingen
  • Een verbranding is een reactie met zuurstof.
  • Als er voldoende zuurstof is, vindt er een volledige verbranding plaats.
  • Bij onvoldoende zuurstof, vindt er onvolledige verbranding plaats.

Slide 29 - Tekstslide

Volledige verbranding
Bij een volledige verbranding heb je altijd genoeg zuurstof.
Er ontstaat dan altijd koolstofdioxide en waterdamp.

Bij een volledige verbranding zie je een blauwe vlam.

Slide 30 - Tekstslide

Onvolledige verbranding
Bij een onvolledige verbranding is er te weinig zuurstof. 
Daardoor is de vlam geel.
Er ontstaat roet en koolstofmono-oxide

Je ziet een onvolledige verbranding niet altijd. Daarom is een onvolledige verbranding zo gevaarlijk.

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1-12

Slide 32 - Tekstslide