In deze les zitten 40 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.
afmaken 3.1
opdracht 1 t/m 13 & test jezelf
blz. 99 t/m 104
Begrippen paragraaf 3.2
(blz. 106 t/m 111)
Zf
Volledig betekent: in zijn geheel. Totaal.
Volledige verbranding betekent dus dat alles in zijn geheel verbrand.
Er wordt alleen water en koolstofdioxide gevormd.
Volledige verbranding = Water + Koolstofdioxide
Onvolledig betekent dan dus: niet volledig. Niet totaal.
Bij onvolledige verbranding krijg je dus afvalstoffen in de vorm van roet en koolstofmono-oxide.
Roet is een afvalstof. Het bestaat uit koolstof.
Denk maar aan de Pieten van Sinterklaas. Die zijn "zo zwart als roet" omdat ze altijd door de schoorsteen klommen.
Dit gas komt ook bij onvolledige verbranding vrij.
Dit gas is giftig.
Veel huizen met een CV-ketel hebben een koolstofmono-oxide melder hangen.
Als je wilt weten of er bij een verbranding koolstofdioxide of koolstofmono-oxide is gevormd, kun je dit uitzoeken met een indicator.
Een indicator is een aanwijsstof. Je gebruikt een stof om een andere stof aan te wijzen.
De indicator die je gebruikt om koolstofdioxide aan te tonen is: helder kalkwater.
Is er CO2 aanwezig, dan wordt helder kalkwater troebel.