Voorkennis ophalen Ecologie
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is een ander woord voor milieu?
A
organismen
B
vervuiling
C
leefomgeving
Slide 3 - Quizvraag
Zet de 4 niveaus in de juiste volgorde.
populatie
levensgemeenschap
ecosysteem
individu
Slide 4 - Sleepvraag
In de afbeelding is een gedeelte van een ecosysteem te zien. Zijn er in deze afbeelding abiotische factoren en biotische factoren te zien?
A
Alleen abiotische factoren
B
Alleen biotische factoren
C
Geen van beide
D
Zowel abiotische al biotische factoren
Slide 5 - Quizvraag
Een regenbui is een biotische factor
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Afvaleters behoren tot de reducenten
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Welk organisme is een producent?
A
de luis
B
de boom
C
lieveheersbeestje
D
vogel
Slide 8 - Quizvraag
In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Drie schakels zijn in de afbeelding niet ingevuld. Welke van de volgende dieren kan in schakel 3 thuishoren?
A
Garnaal
B
kaaimankrokodil
C
waterkever
Slide 10 - Quizvraag
Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren.
Tot welke groep horen de kikkervisjes?
Tot welke groep horen de kikkervisjes?
A
Producenten
B
Consumenten
Slide 11 - Quizvraag
Volgens Ed zij de organisman in schakel 1 planten. Volgens Ron kunnen pakro's carnivoren zijn. Wie heeft gelijk ?
A
Zowel Ed als Ron
B
Alleen Ed
C
Alleen Ron
D
geen van beiden
Slide 12 - Quizvraag
Welk organisme in de afbeelding hiernaast is een consument van de tweede orde?
A
Konijn
B
paardenbloem
C
wezel
Slide 13 - Quizvraag
Welke poot in de afbeelding hiernaast is afkomstig van een watervogel?
A
poot 1
B
poot 2
C
poot 3
D
poot 4
Slide 14 - Quizvraag
Is een plant die hoog klimt een zonneplant of een schaduwplant?
Leg je antwoord uit.
Leg je antwoord uit.
Slide 15 - Open vraag
Met wat voor organisme begint een voedselketen altijd? een afvaleter, reducent, producent of consument?
Slide 16 - Open vraag
Wat is fout aan deze kleine voedselketen?
Slide 17 - Open vraag
Waar horen pissebedden bij?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten
Slide 18 - Quizvraag
11. Leg uit dat de afvaleter bij de groep van de consumenten hoort
Slide 19 - Open vraag
Bacteriën EN schimmels zijn reducenten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Welk organisme in afbeelding 4 is een producent?
A
De paardenbloem
B
De wezel
C
Het konijn
Slide 22 - Quizvraag
Welke van de volgende groepen organismen is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle insecten in een bos.
B
De begroeiing op een heideveld.
C
Een paard met een veulen in een weiland.
D
Alle madeliefjes in een weiland.
Slide 23 - Quizvraag
En wat voor een cijfer zou je jezelf geven voor je voorkennis?
