3A - réviser chapitre 1

bonjour & bienvenue
le mercredi 13 mai 2020
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

bonjour & bienvenue
le mercredi 13 mai 2020

Slide 1 - Tekstslide

les devoirs
réviser           phrases-clés A, B, S, T (TB 152-163)
réviser           voca et grammaire chapitre 1
faire               chapitre 4 exercices 1-5
                        (on line maken via  leermiddelen)


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

het is kwart over vier =
il est
A
quatre heures et quart
B
quatre heures quart
C
quatre et quart
D
quart heures et quatre

Slide 4 - Quizvraag

het is half negen =
il est
A
neuf heures et demie
B
huit heures et demie
C
neuf heures moins demie

Slide 5 - Quizvraag

het is tien over elf =
il est
A
dix heures onze
B
onze heures et dix
C
onze heures dix

Slide 6 - Quizvraag

het is tien voor tien = il est
A
dix heures dix
B
dix heures moins le quart
C
dix heures moins le dix
D
dix heures moins dix

Slide 7 - Quizvraag

Het is kwart over zes

Slide 8 - Open vraag

Het is kwart over zes.
Il est six heures et quart.

Slide 9 - Tekstslide

het is half drie

Slide 10 - Open vraag

Het is half drie.                    
Il est deux heures et demie.

Slide 11 - Tekstslide

Het is twintig voor zeven

Slide 12 - Open vraag

Het is twintig voor zeven
Il est sept heures moins vingt.

Slide 13 - Tekstslide

Met welke drie woord kun je 'mijn' vertalen in het Frans?

Slide 14 - Open vraag

Met welke drie woorden kun je 'jouw' in het Frans vertalen?

Slide 15 - Open vraag

Met welke drie woorden kun je 'zijn' in het Frans vertalen?

Slide 16 - Open vraag

Met welke drie woorden kun je 'haar' in het Frans vertalen?

Slide 17 - Open vraag

Met welke twee woorden kun je 'ons/onze' in het Frans vertalen?

Slide 18 - Open vraag

Met welke twee woorden kun je 'jullie/uw' in het Frans vertalen?

Slide 19 - Open vraag

Met welke twee woorden kun je 'hun' in het Frans vertalen?

Slide 20 - Open vraag

mijn huisdier slaapt
A
mon animal domestique dormir
B
mon animal domestique dort
C
ma animal domestique dors
D
ma animal domestique dorme

Slide 21 - Quizvraag

jouw beste vriend
A
ton meilleur ami
B
ta meilleure amie
C
ton mieux ami
D
son meilleur ami

Slide 22 - Quizvraag

zijn beste vriend

Slide 23 - Open vraag

haar beste vriend

Slide 24 - Open vraag

Hun buurvrouw is vertrokken.

Slide 25 - Open vraag

Hun buurvrouw is vertrokken.
Leur voisine est partie.

Slide 26 - Tekstslide

Jullie konijn wast zich.

Slide 27 - Open vraag

C'est ton chien?
Oui, c'est le mien.

Slide 28 - Tekstslide

Ce sont ses poissons rouges?
Oui, ce sont (die van hem)

Slide 29 - Open vraag

spreekvaardigheid
In groepjes oefenen met phrases-clés ABST

Slide 30 - Tekstslide

les devoirs pour le vendredi 15 mai
réviser         phrases-clés C + D + E (TB 152-163)
réviser         voca et grammaire chapitre 2
faire              chapitre 4 exercices 6-10

Slide 31 - Tekstslide