AMS TL2 Kap. 9 W15 S1 NK

T2E Flex
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

T2E Flex

Slide 1 - Tekstslide

Planung dieser Stunde

1 Anwesend ? 
2 Hörübung  Film (8 Minuten)  Hausaufgabenbücher auf den Tisch.
3 Grammatik Kapitel 9
4 Neue Hausaufgaben = Heimgruppe, sie stehen im Magister!

   Schulgruppe = Herkansing (Kapitel 8)

5 Fragen und zum Schluss



Slide 2 - Tekstslide

2 Hörverstehen
https://www.wdrmaus.de/filme/sachgeschichten/baumkuchen.php5
7 Fragen zum Film
1 Wat is een Bäckerei?
2 Noem minimaal 3 ingrediënten van de Baumkuchen.
3 Wat is er raar aan de oven? (waar lijkt hij op?)
4 Wanneer wordt een nieuwe laag deeg op het spit gedaan?
5 Hoe lang moet de "Baumkuchen" afkoelen?
6 Wat is "ZuckerguB"?
7 Waarom heet deze cake "Baumkuchen"?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een "Bäckerei"?
A
bakker
B
banketbakker
C
slagerij

Slide 4 - Quizvraag

Noem minimaal 3 ingrediënten van de "Baumkuchen".

Slide 5 - Open vraag

Wat is er raar aan de oven? (waar lijkt hij op?)

Slide 6 - Open vraag

Wanneer wordt een nieuwe laag deeg op het spit gedaan?
A
als het bruin is
B
als het gaar is
C
als de bakker denkt dat het moet
D
als de bakker denkt dat het kan

Slide 7 - Quizvraag

Hoe lang moet de "Baumkuchen" afkoelen?
A
12 uur
B
18 uur
C
24 uur
D
geen van deze antwoorden

Slide 8 - Quizvraag

Was ist ZuckerguB?

Slide 9 - Open vraag

Waarom heet de cake "Baumkuchen"?

Slide 10 - Open vraag

3 Grammatik

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je al?

Slide 11 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
NL
ik 
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij(mv)/u

Slide 12 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
NL                      DE
ik                         ich
jij                         du
hij/zij/het        er/sie/es
wij                       wir
jullie                   ihr
zij(mv)/u           sie/Sie

Slide 13 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
onderwerp                                        lijdend voorwerp
NL                      DE
ik                         ich
jij                         du
hij/zij/het        er/sie/es
wij                       wir
jullie                   ihr
zij(mv)/u           sie/Sie
NL                        DE
mij                        mich
je                           dich
hem/haar/het    ihn/sie/es

ons                        uns
jullie                      euch
hen/u                    sie/Sie

Slide 14 - Tekstslide

Wat moet je hiervoor weten?
onderwerp
lijdendvoorwerp
persoonlijke voornaamwoorden

Slide 15 - Tekstslide



Schulgruppe

=

Hausaufgaben nachsehen!
nächste Woche

(Herkansingsmogelijkheid Kap. 8)
 

Neue Hausaufgaben  Heimgruppe:
Woche 16
Machen: B7, C10, D14, E22, E23
Lernen: Grammatik A
Kennen: Lernliste B 1. Spalte 

Kontrolle alle Hausaufgaben 
Woche 16!
(voor herkansing!)
4 Aufteilung

Slide 16 - Tekstslide

5 Feedback der Unterrichts-Stunde.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe ging het luisteren?

Slide 18 - Open vraag

Snap je de uitleg van de grammatica tot nu toe?
A
Ja
B
Nee
C
Deels
D
Ik begrijp er niets van.

Slide 19 - Quizvraag

Wat moet je in (het Nederlands) weten om het persoonlijk voornaamwoord in het Duits goed toe te passen?

Slide 20 - Open vraag

Wat vond je van jou inzet in deze les?
A
Uitstekend
B
Goed
C
Gaat wel
D
Had beter gekund

Slide 21 - Quizvraag



Bedankt voor jullie aandacht!

Tot de volgende keer.

Vragen via de mail of als we nog tijd over hebben,  wacht nog even, dan sta ik je te woord
.

Slide 22 - Tekstslide