Leerjaar 1 Nieuwe methode Thema 1 Familie en vrienden

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Thema 1 Familie en vrienden

Moeilijke woorden

Doel: Aan het einde van de deze les ken je de betekenis van 10 moeilijke woorden en kun je ze goed toepassen in een zin.

de eigenschap

-Een kernmerk van iemand.

-Een eigenschap van Ebru is dat ze heel behulpzaam is.

de generatie

-Een groep mensen die in eenzelfde periode is geboren

-Mijn opa en ik zijn van een andere generatie

                         de gewoonte

-Wat je gewend bent om te doen

-Wij hebben thuis de gewoonte om binnen geen schoenen te dragen.

de kennis

-Iemand die je kent, maar met wie je niets als vrienden afspreekt.

-De kapper is een goede kennis van me, omdat ik er vaak kom.

                    de opvoeding

-De manier waarop ouders/verzorgers voor een kind zorgen.

-Ik heb een strenge opvoeding gehad, waarbij ik me aan veel regels moest houden.

                   de privacy

-Niet alles te hoeven delen met anderen, je persoonlijke vrijheid

-Als Emma privacy wil, doet ze haar kamerdeur op slot.

rekening houden met

-Je gedrag aanpassen aan wat fijn is voor anderen

-Ik mag thuis niet schelden, want ik moet rekening houden met mijn moeder die dat vervelend vindt.

de relatie

-De band die mensen met elkaar hebben

-Ik spreek vaak af met mijn buurjongen, want we hebben een goede relatie

                het sociale netwerk

-Alle mensen die je kent en die belangrijk voor je zijn.

-Mijn mentor hoort bij mijn sociale netwerk, want zij is heel belangrijk voor me.

vertrouwen

-Op iemand kunnen rekenen.

-Mijn vriend komt altijd voor mij op en daarom vertrouw ik hem helemaal.