rattaplannen pien

rattaplannen pien
haai eerst 5 vragen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

rattaplannen pien
haai eerst 5 vragen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke vraag heb jij nog over carnaval?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het aai ooi oei woord?
A
aai
B
ooi
C
boe
D
oei

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een aai woord?
A
aaien
B
eend
C
aai

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat rijmt op 'ooi'?
A
booi
B
rooi
C
bui

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Bekijk samen het uitlegfilmpje over woorden met aai, ooi en oei.

Bron video.

Slide 7 - Video

Laat de leerlingen eerst individueel een keer oefenen met het flitsen van de woorden met aai, ooi en oei. 
Ga daarna klassikaal flitsen en laat de leerlingen de woorden hardop benoemen.

Bron video.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Bron video.

Zo ja: hoe vier jij carnaval?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarom wordt carnaval gevierd?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarom verkleden we ons tijdens carnaval?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Carnaval
Maak jouw outfit voor carnaval! 
Sleep de verschillende items naar jouw figuurtje.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is 'boei' een aai, ooi of oei woord?
A
oei woord
B
ooi woord
C
aai woord
D
geen van bovenstaande

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het aai ooi oei woord?
A
aai
B
ooi
C
boe
D
oei

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is 'kooi' een aai, ooi of oei woord?
A
geen van bovenstaande
B
aai woord
C
oei woord
D
ooi woord

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is 'raai' een aai, ooi of oei woord?
A
oei woord
B
aai woord
C
geen van bovenstaande
D
ooi woord

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een aai-ooi-oei woord?
A
Broeikaseffect
B
Wreed
C
Schreeuwen
D
Eeuwig

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is 'meeuw' een aai, ooi of oei woord?
A
oei woord
B
ooi woord
C
aai woord
D
geen van bovenstaande

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is geen
aai-ooi-oei woord?
A
maai
B
kooi
C
foei
D
steel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort bij deze categorie

aai/ooi/oei
A
rapen
B
strooien
C
bloemen
D
glas

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze woorden is geen aai-ooi-oei woord?
A
boom
B
aai
C
oei
D
zooi

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een aai-ooi-oei woord?
A
aai
B
hond
C
oei
D
kat

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is geen
aai-ooi-oei woord?
A
maai
B
kooi
C
foei
D
nieuw

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel hoort bij het
aai-ooi-oei-woord?
A
Je hoort de i maar je schrijft de j
B
Je hoort de j maar je schrijft de i
C
Er mag geen g tussen
D
Er mag geen u tussen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies