H7.5 kracht en beweging
1 / 22
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat kan er gebeuren met een voorwerp als er een kracht op werkt?
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
krachtenschaal: 1 cm ≙ 20 N.
De krachtenpijl is 3,5 cm. Hoe groot is de kracht?
De krachtenpijl is 3,5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
20 N
B
35 N
C
70 N
D
90 N
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf de formules op van:
1. De zwaartekracht
2. De veerkracht
1. De zwaartekracht
2. De veerkracht
timer
1:00
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
1) Bereken de zwaartekracht die werkt op
een zak cement van 25 kg.
2) Leg uit of je deze zak cement kan optillen
als je maximale spierkracht 200 N is.
een zak cement van 25 kg.
2) Leg uit of je deze zak cement kan optillen
als je maximale spierkracht 200 N is.
timer
1:30
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een veer heeft een uitrekking van 8 cm. De veerconstante is 2 N/cm. Hoeveel kracht werkt er op de veer?
A
4 N
B
8 N
C
16 N
D
24 N
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik trek met 16 N aan een veer, die een veerconstante heeft van 4 N/cm.
Hoeveel rekt de veer uit?
Hoeveel rekt de veer uit?
A
4 cm
B
16 cm
C
32 cm
D
48 cm
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een veer rekt 4 cm uit als er een massa
van 50 g aan hangt.
Bereken de veerconstante.
van 50 g aan hangt.
Bereken de veerconstante.
timer
4:00
Slide 8 - Open vraag
VWO
Aan een veer hangt een massa van 50 g.
a) Toon aan dat de zwaartekracht 0,94 N is.
Als deze massa aan de veer hangt, rekt de veer 4 cm uit.
b)Bereken de veerconstante.
a) Toon aan dat de zwaartekracht 0,94 N is.
Als deze massa aan de veer hangt, rekt de veer 4 cm uit.
b)Bereken de veerconstante.
timer
4:00
Slide 9 - Open vraag
HAVO
3 mensen duwen elk met een kracht van 80 N tegen de auto. Hoe groot is de totale kracht op de auto?
Slide 10 - Open vraag
resulterende kracht op bord
Leg uit welke kant het
touw op beweegt en bereken
de resulterende kracht.
touw op beweegt en bereken
de resulterende kracht.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Eerste wet van Newton
versnellen
constante snelheid
vertragen
Slide 12 - Sleepvraag
eerste wet van Newton op bord
De fietser wil minder spierkracht leveren en toch
met dezelfde snelheid blijven fietsen.
Benoem vijf manieren waarop de fietser de
weerstandskracht die op hem werkt kan verkleinen.
met dezelfde snelheid blijven fietsen.
Benoem vijf manieren waarop de fietser de
weerstandskracht die op hem werkt kan verkleinen.
Slide 13 - Open vraag
factoren weerstand op het bord
Slide 14 - Tekstslide
VWO
Slide 15 - Tekstslide
HAVO
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Maak opgave 58 op p.259.
timer
2:00
Slide 17 - Open vraag
VWO
timer
1:00
Slide 18 - Open vraag
HAVO
Eerste wet van Newton
versnellen
constante snelheid
vertragen
Slide 19 - Sleepvraag
eerste wet van Newton op bord
De fietser wil minder spierkracht leveren en toch
met dezelfde snelheid blijven fietsen.
Benoem vijf manieren waarop de fietser de
weerstandskracht die op hem werkt kan verkleinen.
met dezelfde snelheid blijven fietsen.
Benoem vijf manieren waarop de fietser de
weerstandskracht die op hem werkt kan verkleinen.
Slide 20 - Open vraag
factoren weerstand op het bord
Slide 21 - Tekstslide
VWO
Slide 22 - Tekstslide
HAVO
