warmte en milieu 3.2

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 2 Warmte en Milieu

Slide 2 - Tekstslide

Een warmtebron maakt warmte

Slide 3 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
-aardolie
-aardgas
-steenkool

Deze brandstoffen waren ooit planten, diertjes en bacterien.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden van brandstoffen?

Slide 5 - Woordweb

Fossiele brandstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Verbranding
Bij verbranding van brandstoffen hebt je 3 dingen nodig:
- Brandstof
- Zuurstof
- Onbrandingstemperatuur

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Volledig

Volledig betekent: in zijn geheel. Totaal.

Volledige verbranding betekent dus dat alles in zijn geheel verbrand.


Er wordt alleen water en koolstofdioxide gevormd.


Volledige verbranding = Water + Koolstofdioxide

Slide 11 - Tekstslide

Onvolledig

Onvolledig betekent dan dus: niet volledig. Niet totaal.


Bij onvolledige verbranding krijg je dus afvalstoffen in de vorm van roet en koolstofmono-oxide.

Slide 12 - Tekstslide

Roet

Roet is een afvalstof. Het bestaat uit koolstof.


Denk maar aan de Pieten van Sinterklaas. Die zijn "zo zwart als roet" omdat ze altijd door de schoorsteen klommen.

Slide 13 - Tekstslide

Koolstofmono-oxide

Dit gas komt ook bij onvolledige verbranding vrij.

Dit gas is giftig.


Veel huizen met een CV-ketel hebben een koolstofmono-oxide melder hangen.

Slide 14 - Tekstslide

Indicator

Als je wilt weten of er bij een verbranding koolstofdioxide of koolstofmono-oxide is gevormd, kun je dit uitzoeken met een indicator.


Een indicator is een aanwijsstof. Je gebruikt een stof om een andere stof aan te wijzen.

Slide 15 - Tekstslide

Indicator

De indicator die je gebruikt om koolstofdioxide aan te tonen is: helder kalkwater.


Is er CO2 aanwezig, dan wordt helder kalkwater troebel.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video