H1.2 Het deeltjesmodel

H1 Materialen en stoffen
Het deeltjesmodel 

NOVA 3V H1.2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Materialen en stoffen
Het deeltjesmodel 

NOVA 3V H1.2

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
laptop in je tas
boek op tafel
tas op de grond


we beginnen zo met de vraag van vandaag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Deze les:
-huiswerk 
- nieuwe stof: deeltjesmodel
uitleg micro/macro niveau
- deeltjesmodel en fasen
herhalen dichtheid
opgaven dichtheid maken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • met behulp van het deeltjesmodel een materiaal op microniveau beschrijven
  • faseovergangen op microniveau beschrijven
  • het deeltjesmodel in verband brengen met stofeigenschappen
  • smelt- en kookdiagrammen van zuivere stoffen op microniveau verklaren
  • rekenen met dichtheid
  • de wetenschappelijke notatie van getallen gebruiken


Slide 5 - Tekstslide

Waarom het deeltjesmodel?
In de scheikunde proberen we eigenschappen van stoffen te verklaren aan de hand van het deeltjesmodel. 

Hierbij zijn de eigenschappen waarneembaar: macroniveau
Het deeltjesmodel is een voorstelling van iets wat we niet kunnen zien/waarnemen: microniveau

Slide 6 - Tekstslide

Macro en micro              NOTEER
Macroniveau: waarneembaar en meetbare eigenschappen, bijv. kleur, hardheid, geleidbaarheid, smelt- en kookpunt.

Microniveau: beschrijving op deeltjesniveau (moleculen, atomen)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

microniveau: het deeltjesmodel
  1. Elke stof bestaat uit moleculen 
  2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen 
  3. Moleculen bewegen altijd! 
       Hoe hoger de temperatuur, 
       hoe sneller ze bewegen  
4.   Moleculen trekken elkaar aan.
5.   Tussen de moleculen zit afstand.
macro: stof
micro: moleculen

Slide 9 - Tekstslide

De geur van een geurkaars
A
Macro
B
Micro

Slide 10 - Quizvraag


A
Macro
B
Micro

Slide 11 - Quizvraag

De moleculen trillen op een vaste plaats in het rooster.
A
Macro
B
Micro

Slide 12 - Quizvraag

Koperdraad is buigzaam
A
Macro
B
Micro

Slide 13 - Quizvraag

Verklaar het verschil tussen warm en koud water met het deeltjesmodel
A
Moleculen bewegen sneller in koud water
B
Moleculen bewegen sneller in warm water

Slide 14 - Quizvraag

van iedere stof
--> kun je de massa (in kilogram) en het volume (in liter) bepalen
--> met massa en volume kun je de dichtheid berekenen 

--> dichtheid is een stofeigenschap
 

Slide 15 - Tekstslide

dichtheid: rekenen met formules

Slide 16 - Tekstslide

dichtheid: rekenen met formules
m = 


V = 

kruiselings vermenigvuldigen
ρ=Vm

Slide 17 - Tekstslide

De massa = 30 g
Het volume = 5 cm3
Wat is de dichtheid?
A
5 x 30 = 150 g/cm3
B
5 : 30 = 0,17 g/cm3
C
30 : 5 = 6 g/cm3

Slide 18 - Quizvraag

De dichtheid = 6 g/cm3
Het volume = 0,5 cm3
Bereken de massa
A
6 : 0,5 = 12 g
B
0,5 : 6 = 0,083 g
C
0,5 x 6 = 3 g

Slide 19 - Quizvraag

De massa = 24 g
De dichtheid = 3 g/cm3
Bereken het volume
A
24 : 3 = 8 cm3
B
3 : 24 = 0,125 cm3
C
24 x 3 = 72 cm3

Slide 20 - Quizvraag

Stappenplan "werken met formules" (blz 172/173)
Vaak hoort bij een rekenopgave bij scheikunde een stuk tekst. Je moet dan zelf de informatie eruit halen die je nodig hebt voor je berekening én je moet duidelijk laten zien hoe je je antwoord berekent.
Leer daarom stap voor stap te werken met een stappenplan.

Slide 21 - Tekstslide

Oefenopgave 
Op een industrieterrein vindt de politie een aantal onaangebroken vaten. Het etiket is helaas onleesbaar. In de vaten zit een kleurloze vloeistof. De politie wil graag weten welke vloeistof het is.
Een vat heeft een volume van 0,2 m3. De massa van de vloeistof in een vat is 160 kg. Gebruik ook de tabel op blz 179.
Noteer de uitwerking op deze manier in je schrift:
gegevens:
gevraagd:
uitwerking:
timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Noteer de uitwerking op deze manier in je schrift:
gegevens:  m = 160 kg en V = 0,20 m3

gevraagd:                en welke stof ?

uitwerking:




                               opzoeken op blz 179  de stof is Lood!
ρ=Vm
ρ
ρ=0,2160=800m3kg

Slide 23 - Tekstslide

Macro-niveau
Micro-niveau

Slide 24 - Tekstslide

NOTEER
Moleculen in een stof

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Ken je de faseovergangen nog?
verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
vervluchtigen
/ sublimeren

Slide 30 - Sleepvraag

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 31 - Quizvraag

Smeltpunt
Bij een smeltdiagram  zie je 
verschillende fasen-en overgangen
 als je warmte toevoegt.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Het smeltdiagram van stearinezuur.

Slide 34 - Tekstslide

Verklaring met deeltjesmodel
moleculen gaan steeds harder trillen

Slide 35 - Tekstslide

Verklaring met deeltjesmodel
energie wordt gebruikt voor verbreken bindingen
moleculen gaan steeds harder trillen

Slide 36 - Tekstslide

Verklaring met deeltjesmodel
energie wordt gebruikt voor verbreken bindingen tussen moleculen
moleculen gaan steeds harder trillen
moleculen gaan steeds harder trillen

Slide 37 - Tekstslide

gegeven: de stof is bij A gasvormig

1. Welke fase heeft de stof in C?
2. Hoe heet de temperatuur bij B en hoe groot is deze?


Slide 38 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de juiste plek.
kookpunt
smeltpunt
smelten
condenseren
verdampen
stollen

Slide 39 - Sleepvraag

koppelen nova
pak je laptop 
Ga naar Nova   mijn profiel   het onderdeel   klas 
Hier kun je de code (staat op bord) invoeren.

Slide 40 - Tekstslide