H1.2 Het deeltjesmodel

H1 Materialen en stoffen
Het deeltjesmodel 

NOVA 3V H1.2
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Materialen en stoffen
Het deeltjesmodel 

NOVA 3V H1.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
startopdracht

boek op tafel
tas op de grond

lees in stilte pagina 169 t/m gele kader op blz 172

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
-huiswerk zelf nakijken / test je zelf
 herhalen dichtheid
- nieuwe stof: deeltjesmodel
micro/macro niveau
- fasen
wetenschappelijke notatie
deeltjesmodel

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • met behulp van het deeltjesmodel een materiaal op microniveau beschrijven
  • faseovergangen op microniveau beschrijven
  • het deeltjesmodel in verband brengen met stofeigenschappen
  • smelt- en kookdiagrammen van zuivere stoffen op microniveau verklaren
  • rekenen met dichtheid
  • de wetenschappelijke notatie van getallen gebruiken


Slide 4 - Tekstslide

van iedere stof
--> kun je de massa (in kilogram) en het volume (in liter) bepalen
--> met massa en volume kun je de dichtheid berekenen 

--> dichtheid is een stofeigenschap
 

Slide 5 - Tekstslide

dichtheid: rekenen met formules

Slide 6 - Tekstslide

dichtheid: rekenen met formules
m = 


V = 

kruiselings vermenigvuldigen
ρ=Vm

Slide 7 - Tekstslide

De massa = 30 g
Het volume = 5 cm3
Wat is de dichtheid?
A
5 x 30 = 150 g/cm3
B
5 : 30 = 0,17 g/cm3
C
30 : 5 = 6 g/cm3

Slide 8 - Quizvraag

De dichtheid = 6 g/cm3
Het volume = 0,5 cm3
Bereken de massa
A
6 : 0,5 = 12 g
B
0,5 : 6 = 0,083 g
C
0,5 x 6 = 3 g

Slide 9 - Quizvraag

De massa = 24 g
De dichtheid = 3 g/cm3
Bereken het volume
A
24 : 3 = 8 cm3
B
3 : 24 = 0,125 cm3
C
24 x 3 = 72 cm3

Slide 10 - Quizvraag

Stappenplan "werken met formules" (blz 172/173)
Vaak hoort bij een rekenopgave bij scheikunde een stuk tekst. Je moet dan zelf de informatie eruit halen die je nodig hebt voor je berekening én je moet duidelijk laten zien hoe je je antwoord berekent.
Leer daarom stap voor stap te werken met een stappenplan.

Slide 11 - Tekstslide

Oefenopgave 
Op een industrieterrein vindt de politie een aantal onaangebroken vaten. Het etiket is helaas onleesbaar. In de vaten zit een kleurloze vloeistof. De politie wil graag weten welke vloeistof het is.
Een vat heeft een volume van 0,2 m3. De massa van de vloeistof in een vat is 160 kg. Gebruik ook de tabel op blz 179.
Noteer de uitwerking op deze manier in je schrift:
gegevens:
gevraagd:
uitwerking:
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

Noteer de uitwerking op deze manier in je schrift:
gegevens:  m = 160 kg en V = 0,20 m3

gevraagd:                en welke stof ?

uitwerking:




                               opzoeken op blz 179  de stof is Lood!
ρ=Vm
ρ
ρ=0,2160=800m3kg

Slide 13 - Tekstslide

Waarom het deeltjesmodel?
In de scheikunde proberen we eigenschappen van stoffen te verklaren aan de hand van het deeltjesmodel. 

Hierbij zijn de eigenschappen waarneembaar: macroniveau
Het deeltjesmodel is een voorstelling van iets wat we niet kunnen zien/waarnemen: microniveau

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Macro en micro              NOTEER
Macroniveau: waarneembaar en meetbare eigenschappen, bijv. kleur, hardheid, geleidbaarheid, smelt- en kookpunt.

Microniveau: beschrijving op deeltjesniveau (moleculen, atomen)

Slide 16 - Tekstslide

microniveau: het deeltjesmodel
  1. Elke stof bestaat uit moleculen 
  2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen 
  3. Moleculen bewegen altijd! 
       Hoe hoger de temperatuur, 
       hoe sneller ze bewegen  
4.   Moleculen trekken elkaar aan.
5.   Tussen de moleculen zit afstand.
macro: stof
micro: moleculen

Slide 17 - Tekstslide

De geur van een geurkaars
A
Macro
B
Micro

Slide 18 - Quizvraag


A
Macro
B
Micro

Slide 19 - Quizvraag

De moleculen trillen op een vaste plaats in het rooster.
A
Macro
B
Micro

Slide 20 - Quizvraag

Koperdraad is buigzaam
A
Macro
B
Micro

Slide 21 - Quizvraag

Verklaar het verschil tussen warm en koud water met het deeltjesmodel
A
Moleculen bewegen sneller in koud water
B
Moleculen bewegen sneller in warm water

Slide 22 - Quizvraag

Macro-niveau
Micro-niveau

Slide 23 - Tekstslide

NOTEER
Moleculen in een stof

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Ken je de faseovergangen nog?
verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
vervluchtigen
/ sublimeren

Slide 29 - Sleepvraag

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 30 - Quizvraag

Smeltpunt
Bij een smeltdiagram  zie je 
verschillende fasen-en overgangen
 als je warmte toevoegt.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Het smeltdiagram van stearinezuur.

Slide 33 - Tekstslide

Verklaring met deeltjesmodel
moleculen gaan steeds harder trillen

Slide 34 - Tekstslide

Verklaring met deeltjesmodel
energie wordt gebruikt voor verbreken bindingen
moleculen gaan steeds harder trillen

Slide 35 - Tekstslide

Verklaring met deeltjesmodel
energie wordt gebruikt voor verbreken bindingen tussen moleculen
moleculen gaan steeds harder trillen
moleculen gaan steeds harder trillen

Slide 36 - Tekstslide

gegeven: de stof is bij A gasvormig

1. Welke fase heeft de stof in C?
2. Hoe heet de temperatuur bij B en hoe groot is deze?


Slide 37 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de juiste plek.
kookpunt
smeltpunt
smelten
condenseren
verdampen
stollen

Slide 38 - Sleepvraag

koppelen nova
pak je laptop 
Ga naar Nova   mijn profiel   het onderdeel   klas 
Hier kun je de code (staat op bord) invoeren.

Slide 39 - Tekstslide