les 13 H2.4 verbranding

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

H2.4 verbranding

les 13 - VWO 3

Pak erbij:

- laptop (dicht)

- schrift

- pen

Na deze les...

• weet je wat verbranding is
• kan je uitleggen wat het verschil is tussen verbranden, verwarmen en ontleden
  
• kan je met de drie voorwaarden voor verbranding uitleggen hoe je een brand kunt blussen
• weet je het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding

Lesplanning:

1. LessonUp voorkennischeck
2. Uitleg verbranding
3. Leerdoelencheck
4. Eigen werk

Bij welke kerstvakantie-activiteiten vinden chemische reacties plaats?

1. Kerstbal in scherven gevallen
2. Oliebollen bakken
3. Vijver laten bevriezen om te schaatsen
4. Een sterretje afsteken

Welke activiteit is een voorbeeld van faseverandering?

1. Kerstbal in scherven gevallen
2. Oliebollen bakken
3. Vijver laten bevriezen om te schaatsen
4. Een sterretje afsteken

Welke chemische reactie vindt plaats als je een sterretje afsteekt?

1. Ontleding
2. Verbranding
3. Fase-verandering
4. Scheiding

Verbranding

Verbranding is scheikundig gezien een chemische reactie met zuurstof

3 voorwaarden voor verbranding:

1. Er moet een brandbare stof zijn

2. Er moet voldoende zuurstof zijn

3. De ontbrandingstemperatuur 

   moet bereikt zijn.

Brand blussen --> ten minste één voorwaarde weghalen

Soorten verbranding

Volledige verbranding

Veel zuurstof

Onvolledige verbranding

weinig zuurstof

CO2 ontstaat

CO ontstaat

Verbrandingsproducten

De reactieproducten die ontstaan na verbranding noemen we oxiden

Atoomsoort	Oxide
C
H
S

Welke reactieproducten ontstaan na de volledige verbranding van CH4?

1. CO2
2. SO2
3. H2O
4. CO

Brand in je frituurpan moet je dus afdekken met een deksel. Welke voorwaarde neem je dan weg?

1. brandbare stof
2. zuurstof
3. ontbrandingstemperatuur

Als je de nooddouche gebruikt in het lokaal, welke voorwaarde neem je dan weg?

1. brandbare stof
2. zuurstof
3. ontbrandingstemperatuur

Welk soort reactie is dit?

1. Verbranding
2. Ontleding
3. Fase-overgang
4. Scheiding

Welke voorwaarde voor verbranding mist er bij deze reactie?

1. brandbare stof
2. zuurstof
3. ontbrandingstemperatuur

Welk reactieproduct ontstaat er bij een volledige verbranding van CH4?

1. CO (g)
2. CO2 (g)
3. C (s)
4. O2 (g)

Welk onderdeel van de brander bepaalt of er een volledige of onvolledige verbranding plaatsvindt?

1. gasregelknop
2. luchtregelring
3. gasknop
4. schoorsteen

Nu...

• weet je wat verbranding is
• kan je uitleggen wat het verschil is tussen verbranden, verwarmen en ontleden
  
• kan je met de drie voorwaarden voor verbranding uitleggen hoe je een brand kunt blussen
• weet je het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding

Eigen werk

Lezen: H2.4 

Leren: blauwe begrippen H2.4 & tabel 1

Maken en nakijken: H2.4 opgave 1, 3, 6, 11

Vind je opgave 6 lastig? Oefen dan ook opgave 4