Het communicatiemodel
1 / 40
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Doel
Zender
Aan wie?
Boodschap
Kanaal
Slide 2 - Sleepvraag
Juist of fout?
De zender is de persoon die de boodschap stuurt.
De zender is de persoon die de boodschap stuurt.
JUIST
FOUT
Slide 3 - Poll
Juist of fout?
Het kanaal is de wijze waarop de boodschap verstuurd wordt.
Het kanaal is de wijze waarop de boodschap verstuurd wordt.
JUIST
FOUT
Slide 4 - Poll
Juist of fout?
De bedoeling is wat er gebeurt op het einde van de communicatiesituatie.
De bedoeling is wat er gebeurt op het einde van de communicatiesituatie.
JUIST
FOUT
Slide 5 - Poll
Juist of fout?
Als er ruis is in de communicatie, dan betekent dit dat de boodschap niet goed is overgekomen.
Als er ruis is in de communicatie, dan betekent dit dat de boodschap niet goed is overgekomen.
JUIST
FOUT
Slide 6 - Poll
Juist of fout?
Informeren is een voorbeeld van de bedoeling van een communicatiesituatie.
Informeren is een voorbeeld van de bedoeling van een communicatiesituatie.
JUIST
FOUT
Slide 7 - Poll
Slide 8 - Tekstslide
Zender?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Ontvanger?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Boodschap?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Kanaal?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Bedoeling?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Ontspannen
D
Activeren
Slide 19 - Quizvraag
Welke leesstrategie heb je gebruikt om deze vraag op te lossen?
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Oriënterend lezen
D
Intensief lezen
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Centrale thema?
A
Tijgers zijn slimme dieren.
B
Dieren communiceren niet.
C
Dieren communiceren met geuren.
D
Tijgers bakenen hun territorium af.
Slide 22 - Quizvraag
Welke leesstrategie heb je gebruikt om de vorige vraag op te lossen?
A
Studerend lezen
B
Kritisch lezen
C
Oriënterend lezen
D
Globaal lezen
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Zender?
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Ontvanger?
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Boodschap?
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Kanaal?
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
Bedoeling?
Slide 33 - Open vraag
Welke leesstrategie heb je gebruikt om het communicatiemodel aan te vullen?
A
Intensief lezen
B
Oriënterend lezen
C
Zoekend lezen
D
Kritisch lezen
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
Welke ruis?
Slide 36 - Open vraag
Slide 37 - Tekstslide
Welke ruis?
Slide 38 - Open vraag
Slide 39 - Tekstslide
Wat is de ruis?
