Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Week 5 Hoofdstuk 1 Samenwerken
Beroepsthema 2
Communicatie op het werk
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Beroepsthema 2
Communicatie op het werk
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 1
Samenwerken
Slide 2 - Tekstslide
Communicatie
Communicatie is het uitwisselen van informatie door middel van taal.
Slide 3 - Tekstslide
Communicatiemodel
- boodschap
- zender en ontvanger
- medium
- ruis
Slide 4 - Tekstslide
1. Boodschap
De boodschap is de informatie die je met taal overbrengt. Die taal bestaat uit verbale en non-verbale onderdelen.
Slide 5 - Tekstslide
Verbale communicatie
Slide 6 - Woordweb
De non-verbale delen van taal zijn:
A
De intonatie, de mimiek en de lichaamstaal
B
De mimiek
C
De mimiek en de intonatie
D
De intonatie en de lichaamstaal
Slide 7 - Quizvraag
2. Zender en ontvanger
Communicatie speelt zich af tussen minimaal 2 personen. Er is daarbij altijd sprake van een zender en een ontvanger.
Zender; degene die de boodschap in woorden omzet (formuleert).
Ontvanger; degene die de boodschap een betekenis geeft (begrijpt).
Slide 8 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van indirecte communicatie (ontvanger kan niet direct reageren).
Slide 9 - Open vraag
Waar staat directe communicatie (ander kan direct reageren op wat je zegt) juist omschreven?
A
Monoloog
B
Dialoog
C
Tweezijdige communicatie
D
Eenzijdige communicatie
Slide 10 - Quizvraag
3. Medium
Het medium is het middel om de boodschap over te dragen van de zender naar de ontvanger.
Een medium wordt vaak gebruikt om een groot aantal ontvangers te bereiken.
Slide 11 - Tekstslide
Medium
Slide 12 - Woordweb
4. Ruis
Communicatie kan verstoord worden. Dan is er sprake van ruis.
Er bestaan 2 soorten ruis;
- interne ruis en externe ruis
Slide 13 - Tekstslide
Interne ruis; ontstaat door beperkingen van de zender of ontvanger
Externe ruis; het geluid van de boodschap komt niet goed door.
Slechte concentratie
Vermoeidheid
Langsrijdende trein
Slechte telefoonverbinding
Minder goede taalkennis
Slide 14 - Sleepvraag
Studiemeter
Zij, hun, hen
Slide 15 - Tekstslide
Hun gebruik je:
als bezittelijk voornaamwoord --> Dat is hun auto.
als meewerkend voornaamwoord --> Hij heeft hun een duw gegeven.
Wanneer pas je zij, hun of hen toe?
Zij gebruik je:
als onderwerp
Voorbeeld
Fout: Hun doen dat nooit!
Goed: Zij doen dat nooit!
Hen gebruik je:
als lijdend voorwerp --> Marie heeft hen getrakteerd.
na een voorzetsel --> Marie heeft de traktatie aan hen gegeven.
Slide 16 - Tekstslide
Maak opdracht 2, 3 en 5 (pag 182-193 ) in je Via Werkboek
Opdrachten en huiswerk
Studiemeter:
Stijl: hun/zij & zij/ hun/ hen (5 oefeningen)
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Samenwerken
Januari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
communicatie
Oktober 2023
- Les met
22 slides
Marketing & Communicatie
MBO
Studiejaar 1
1. Communiceren
April 2018
- Les met
25 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
1. Communiceren
Mei 2016
- Les met
25 slides
door
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Maatschappijleer
H1 | Communiceren
September 2022
- Les met
19 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Les 1: Communicatieproces, verbale- non verbale communicatie
Juni 2021
- Les met
10 slides
Basisschool
Hst 2 Communiceren
Juni 2023
- Les met
27 slides
Communicatie
MBO
Studiejaar 1
Introductie Communicatie en Basiscommunicatie
Januari 2024
- Les met
28 slides
Communicatie
MBO
Studiejaar 1