Tot nu toe hebben we telkens met woordformules gewerkt.
In woordformules gebruiken we hele woorden.
voorbeeld:
totale kosten = 500 + 45 x aantal deelnemers
Deze woordformule kunnen we afkorten (schrijven als 'gewone' formule:)
500 + 45d = k d= aantal deelnemers en k = totale kosten