2.5 Woordformules + 2.6 Letters in formules

2.5 Woordformules
Wiskundespullen + Plenda op tafel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.5 Woordformules
Wiskundespullen + Plenda op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Weten wat een woordformule is
- Kunnen rekenen met een woordformule
- Zelf een woordformule kunnen opstellen
- Kunnen rekenen met een letterformule

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Planning week 43
- Theorie-uitleg 2.5 Woordformules
- Zelfstandig aan het werk

Slide 3 - Tekstslide

Planning week 43 (plenda)
Maandag
2.5 Woordformules + 2.6 Letters in formules
Woensdag
Rekenen
Opgaven t/m 78 + Voorkennis H3 1 + 2
Vrijdag
2.6 De betekenis van 5d

Slide 4 - Tekstslide

Theorie: 2.5 Woordformules

Slide 5 - Tekstslide

Formule?

Slide 6 - Woordweb

Cola kopen

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel kost het als ik 9 blikjes cola koop?

Slide 8 - Open vraag

Cola kopen - Formule


Kosten in € = 1,20 x aantal blikjes

Slide 9 - Tekstslide

Sponsorloop
Stel ik sponsor Mevrouw Teeuwen €3 per ronde en een vast bedrag van €5.

Hoeveel euro sponsor ik haar als ze 1 ronde loopt?

Slide 10 - Tekstslide

Stel ik sponsor Mevrouw Teeuwen €3 per ronde en een vast bedrag van €5.
Hoeveel euro sponsor ik haar als zij 5 rondes loopt?

Slide 11 - Open vraag

Sponsorloop - Formule


Sponsorbedrag = 5 + 3 x aantal rondes

Slide 12 - Tekstslide

Woordformules
Kosten in € = 1,20 x aantal blikjes



Sponsorbedrag = 5 + 3 x aantal rondes
Vast bedrag / begin getal
Stijggetal

Slide 13 - Tekstslide

Welk getal is het vaste bedrag?
Kosten in € = 2,50 + 6 x aantal foto's
A
2,50
B
6

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent het getal 5 in de volgende formule:
Inkomsten in € = 15+ 5 x aantal uren
A
begin getal
B
stijggetal
C
vaste bedrag
D
bedrag per uur

Slide 15 - Quizvraag

Inkomsten in € = 15+ 5 x aantal uren
Hoeveel verdien je als je 12 uur werkt?

Slide 16 - Open vraag

Theorie: 2.6 Formules met letters

Slide 17 - Tekstslide

Sponsorloop - Woordformule


Sponsorbedrag = 5 + 3 x aantal rondes

Slide 18 - Tekstslide

Sponsorloop - Letterformule


S = 5 + 3 x a

Met 
S = sponsorbedrag in €
a = het aantal rondes

Slide 19 - Tekstslide

S = 5 + 3 x a
Wat is het sponsorbedrag als er 6 rondes worden gerend?
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag

Letterformules
Sponsorloop
Cola
S = 5 + 3 x r

S= sponsorbedrag in €
r = aantal rondes

K = 1,20 x b

K = kosten in €
b = aantal blikjes
S= 5 + 3r
S = 1,20b

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
- Weten wat een woordformule is
- Kunnen rekenen met een woordformule
- Zelf een woordformule kunnen opstellen
- Kunnen rekenen met een letterformule

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat?
Opgaven uit 2.5 + 2.6 t/m 78
volgens periodeplan
Hoe?
Individueel of in tweetallen
Schrijf je berekeningen op!
Hulp?
- Theorie in boek
- Buurman/buurvrouw
- Docent

Slide 24 - Tekstslide