14.5 Waarneming en regeling

Regeling en waarneming.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Regeling en waarneming.

Slide 1 - Tekstslide

14.5 Hormonen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een hormoon en waar wordt het door gemaakt?
-Boodschappersstof, gemaakt door een endocriene klier, die via het bloed bij zijn doelwitcellen komt.​

-Niet elke cel reageert op hormoon.​
-Elke cel heeft eigen receptoren waar een bepaald hormoon aan kan koppelen.​
-De cellen met het goede receptoreiwit waar het hormoon aan kan koppelen kan de boodschap ontvangen.​


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Binas, 89 a en c
-De hypothalamus maakt neurohormonen, ADH en oxytocine die via de hypofyse worden afgegeven aan het bloed.
De hypofyse wordt daarnaast aangestuurd door de hypothalamus om hypofysehormonen te produceren en af te geven, zoals TSH.
-De hypofyse en de hypothalamus werken dus samen om de activiteit van het zenuw- en hormoonstelsel op elkaar af te stemmen.



Slide 5 - Tekstslide

Hypofyse

Slide 6 - Tekstslide

Hypofyse

Voorkwab (adenohypofyse) en achterkwab (neurohypofyse):

  • FSH en LH
  • GH = groeihormoon
  • TSH = thyroïd stimulerend hormoon
  • Oxytocine
  • ADH = antidiuretisch hormoon

Slide 7 - Tekstslide

Hypofyse

Slide 8 - Tekstslide

De schildklier.
Thyroxine: stofwisseling + groei en ontwikkeling bij kinderen

  --> beenderstelsel + centrale zenuwstelsel


  • Reuze - en dwerggroei
  • jood



Slide 9 - Tekstslide

Thyroxine
-Is een schildklierhormoon​


-Verhoogt de stofwisselingssnelheid.

Slide 10 - Tekstslide

Homeostase

= constant houden van het intern milieu van een organisme.


- positieve terugkoppeling

- negatieve terugkoppeling

Slide 11 - Tekstslide

negatieve terugkoppeling
dmv hormonen
-Verloopt via de hypofyse​


-Zorgt ervoor dat de hormoonwaarde niet te hoog wordt.

Slide 12 - Tekstslide

TSH
-Gemaakt door de Hypofyse.​

-Als de productie van thyroxine stijgt daalt de productie TSH. Als de productie van thyroxine daalt stijgt de productie van TSH.

Slide 13 - Tekstslide

oxytocine
 -Is een positieve terugkoppeling.​

-Vergroot de afwijking van de norm​
-Komt vooral voor bij vrouwen tijdens een bevalling en als ze borstvoeding geven.

Slide 14 - Tekstslide

Borstvoeding
Als het kind blijft zuigen gaat de melkgift door, maar als het stopt stopt de melkgift, doordat de hypofyse geen oxytocine meer geeft.

Slide 15 - Tekstslide

Pancreas --> eilandjes van Langerhans
  • Insuline (bètacellen)
  • Glucagon (alphacellen)

  • Glucose <--> glycogeen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

De bijnieren.

- Bijniermerg

- Adrenaline

- Dissimilatie

- Snelle, kortdurige werking.

Slide 20 - Tekstslide

Adrenaline
-Merk je snel wat van als het hormoon actief is.​

​-Het hormoon is snel afgelopen.​
-Zorgt voor het vernauwen van de bloedvaten, waardoor de bloeddruk stijgt en de hartslag versnelt. 



Slide 21 - Tekstslide

Adrenaline versnelt de afbraak van leverglycogeen tot glucose, waardoor er meer glucose in het bloed komt.

Slide 22 - Tekstslide

ADH
Is een neurohormoon die gemaakt wordt door zenuwcellen in de hypothalamus.​

Het wordt opgeslagen in de blaasjes in de axonen.​
Osmosereceptoren meten de osmotische waarde in het bloed.​
Als er te weinig water in het bloed zit (hogere osmotische waarde), dan wordt er ADH afgegeven aan het bloed.​
ADH zorgt voor terugresorptie van water. Waardoor de osmotische waarde van het bloed daalt.



Slide 23 - Tekstslide

Wat fungeert als signaalmolecuul in het lichaam?
A
Hormonen
B
Impulsen
C
Beiden zijn juist
D
Beiden zijn fout

Slide 24 - Quizvraag

Door welk orgaan wordt TSH aangemaakt?
A
Hypofyse
B
Thymus
C
Schildklier
D
Alvleesklier

Slide 25 - Quizvraag

Antidiuretisch hormoon (ADH) zorgt voor waterresorptie door de nieren. Maar wat wordt er precies geregeld door dit proces?

Slide 26 - Open vraag

Wat is de oorzaak van dwerggroei?
A
Te hoge thyroxineproductie.
B
Te lage thyroxineproductie.
C
Een wisselende thyroxineproductie.
D
Geen thyroxineproductie.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de normwaarde voor het glucosegehalte in het bloed bij een gezond persoon?
A
0,7 gram per liter
B
o,8 gram per liter
C
0,9 gram per liter
D
1,0 gram per liter

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

De eilandjes van Langerhans (hormoonklieren) liggen in de
A
Nieren
B
Alvleesklier
C
Hersenen
D
Hersenstam

Slide 30 - Quizvraag

De alvleesklier maakt hormonen insuline en glucagon. Wat doet elk van deze twee hormonen?

Slide 31 - Open vraag