H2 Vaardigheden: Schaalrekenen (Keuzemenu)

2 hv H2 Steden
Vaardigheden

Soorten kaarten 
en 
schaalrekenen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2 hv H2 Steden
Vaardigheden

Soorten kaarten 
en 
schaalrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Planning 1

Uitleg
quizvragen
Uitleg opdracht
(extra uitleg video)
Werkblad
Werkboek
weektaak


Planning 2

Uitleg
quizvragen
Uitleg opdracht
Werkblad
Werkboek
Weektaak


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
1. Aan het einde van de les weet je het verschil tussen grootschalig en kleinschalig.
2. Aan het einde van de les kun je schaalrekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende kaarten
Overzichtskaarten: natuurkundig / staatkundig
Thematische kaarten
Topografische kaarten

Slide 4 - Tekstslide

Overzichtskaarten: Kaarten van een land of continent. Vaak met de grote steden en rivieren erop.

Slide 5 - Tekstslide

Thematische kaarten
1 onderwerp
 Topografische kaarten
Wegen, rivieren, huizen, Reliëf, namen.

Slide 6 - Tekstslide

schaal=verkleining van de werkelijkheid
Op een kaart kan schaal op twee manieren worden aangegeven:
- schaalstokje
- schaalgetal, bijv 1:25.000. De werkelijkheid is 25.000x verkleind.

Slide 7 - Tekstslide

Schaal
Kleinschalige kaart
- Groot gebied met weinig details (wereldkaart)
- Groot schaalgetal

Grootschalige kaart
- Klein gebied met veel details (plattegrond)
- Klein schaalgetal

Slide 8 - Tekstslide

Schaalrekenen
  • Hemelsbreed
  • Afstand in rechte lijn tussen twee punten gemeten

  • Absolute en Relatieve afstand
  • Absoluut = afstand in km
  • Relatief = afstand in tijd en moeite

Slide 9 - Tekstslide

Schaal
Schaal op een kaart
Het verkleinen van de werkelijkheid noemen we: op schaal tekenen.

Afstanden meten doe je hemelsbreed op de kaart.

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen met schaal
Bijvoorbeeld: schaal 1: 250.000
1 cm op de kaart = 250.000 cm
100 cm = ..........m
DUS
250.000 cm =         meter
1000 m = .......km
2500 meter =          kilometer
DUS
1 cm op de kaart = kilometer
1 cm -> kilometer: wat doe je?

Slide 11 - Tekstslide

Is deze kaart grootschalig of kleinschalig?
A
Grootschalig
B
Kleinschalig

Slide 12 - Quizvraag

Op een kleinschalige kaart staan weinig details.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Is deze kaart grootschalig of kleinschalig
A
Grootschalig
B
Kleinschalig

Slide 14 - Quizvraag

Een kleinschalige kaart gaat over een klein gebied.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Aan de slag!
Wat: opdrachtenblad en werkboek blz 68
Hulp: Hand omhoog
Op welke manier: Samen met buurman / buurvrouw
Klaar: Introductie lezen
Uitkomst: Bespreken deze les


Slide 17 - Tekstslide

2

Slide 18 - Video

00:41
De schaal van
1:200
betekent? ...
A
1cm op de kaart = 200 mm in werkelijkheid
B
1cm op de kaart = 2 meter in werkelijkheid
C
1cm op de kaart = 200 cm in werkelijkheid
D
200 mm op de kaart = 1 cm in werkelijkheid

Slide 19 - Quizvraag

03:01
De Bidon is 20 cm hoog.
en de tekening van de bidon is 5 cm hoog. Wat is dan de schaal?
A
1:5
B
1:4
C
1:2
D
1:3

Slide 20 - Quizvraag