Maak het spreekwoord of de uitdrukking compleet. Vul het ontbrekende woord in.
1. Waar rook is, is ...
2. De ... valt niet ver van de boom.
3. Als de ... van huis is, dansen de muizen op tafel.
4. Wie ... zegt, moet ook B zeggen.
5. Van de ... een deugd maken.
6. Oost, west, ... best.
7. ... huis heeft zijn kruis.
8. Een ... stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen.
Zet de acht beginletters van de invulde woorden achter elkaar. Welk woord lees je?