Les 8 en 9 interactieschema's

Bijles periode 3
4e uur?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bijles periode 3
4e uur?

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Je kunt in complexe situaties een interactieschema opstellen en gevolgen van veranderingen in schatten. 

Je herkent de meest voorkomende toepassingen van interactieschema's: voedselwebben, hormoonstelsel, zenuwstelsel (regulatie hartslag, ademhaling, bloedglucose, osmotische waarde)

Slide 2 - Tekstslide

Dynamiek
veranderingen in de tijd, bv:
glucosespiegel, temperatuur, populatiegrootte, hormoonspiegels, stofwisselingsactiviteit, genexpressie, etc

voorspelbaar?

Slide 3 - Tekstslide

mechanismen
positieve terugkoppeling -> alternatieve stabiele toestanden

negatieve terugkoppeling -> evenwicht

Slide 4 - Tekstslide

effect van ... op ...? (1)Breng interacties in kaart en  (2) vermenigvuldig de plussen en minnen.

Slide 5 - Tekstslide

is hier sprake van positieve/negatieve terugkoppeling? Maak schema
Hommels en bijen vliegen van bloem naar bloem en verzamelen nectar, dat later wordt omgezet in honing. Stuifmeel wordt actief en passief meegenomen. 

Nectar levert koolhydraten en het stuifmeel verstrekt proteïne. Wanneer larven grootgebracht worden, wordt stuifmeel verzameld om aan hun voedingsbehoeften te voldoen. 
Bestuiving is een belangrijke stap in de voortplanting van zaadplanten: de overdracht van stuifmeelkorrels (waarin de mannelijke geslachtscellen of zelfs alleen de spermakernen worden gevormd) uit de helmhokjes van de meeldraad naar de stempel van de stamper. 

Slide 6 - Tekstslide

.FSFOFOQMBTTFOLVOOFOWFSTDIJMMFOEFWFSTDIJKOJOHTUPFTUBOEFOIFCCFO%FVJUFS
TUFO[JKOFFOIFMEFSFOQMBOUFOSJKLXBUFSBBOEFFOFLBOUFOFFOUSPFCFM
BMHFOSJKL
FOQMBOUFOBSNXBUFSBBOEFBOEFSFLBOU

Slide 7 - Tekstslide

geboorte
De groeiende baby gaat naarmate hij of zij groter worden steeds meer druk uitoefenen op de wand van de baarmoeder. Deze druk wordt waargenomen door druk of reksensoren in de wand van de baarmoeder. Via sensorische zenuwen worden de hersenen geïnformeerd over de druk die de baby uitoefent. Na een maand of negen begint de baby zoveel druk uit te oefenen dat de hypofyse op deze druk gaat reageren door het hormoon oxytocine te produceren. Oxytocine wordt afgegeven aan het bloed en de doelcellen ervan liggen in de wand van de baarmoeder. De spieren van de baarmoeder gaan onder invloed van het oxytocine samentrekken. Als de spieren samentrekken wordt de ruimte in de baarmoeder kleiner. Hierdoor neemt de druk van het hoofdje van de baby op de wand van de baarmoeder toe. Onder invloed van de toegenomen druk gaat de hypofyse nog meer oxytocine produceren, waardoor de spieren van de baarmoeder nog krachtiger gaan samentrekken. De baby kan alleen maar ontsnappen door geboren te worden.

Slide 8 - Tekstslide

Predator-prooirelatie
Dynamisch evenwicht

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit aan de hand van de figuur hoe de wolf een positief effect heeft op de 'aspen'.

Slide 11 - Open vraag

Volgens de figuur hebben wolven ook een positief effect op de willow (wilg). Beargumenteer aan de hand van de figuur dat een negatief effect ook denkbaar was geweest.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Benoem zoveel mogelijk terugkoppelingsmechanismen in binas 85D

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

door de ademhalingspieren kan de frequentie en diepte van de ademhaling verhoogd worden. Neem het schema over en teken de terugkoppelingspijlen met het juiste teken (+/-) in het schema.

Slide 16 - Open vraag

Maak een interactieschema voor de regulatie van de bloedsuikerspiegel.

Slide 17 - Open vraag

Wanneer je overnacht op grote hoogte, kan het gebeuren dat je ademhaling tijdens de slaap een abnormaal patroon vertoont. Het ademen houdt zo nu en dan op: je ademhaling vertraagt eerst, stopt vervolgens 10 tot 15 seconden waarna je enige tijd versneld ademt. De ademhaling vertraagt dan weer en de cyclus herhaalt zich. Dit abnormale adempatroon is het gevolg van regulatie door het ademcentrum. Het ademcentrum reageert onder andere op de pCO2 en de pO2 in het bloed.

Welke verandering in de pO2 of de pCO2 is mogelijk de oorzaak van het
zo nu en dan stoppen van de ademhaling op grote hoogte?

A
een hoge pCO2 van het bloed
B
een hoge pO2 van het bloed
C
een lage pCO2 van het bloed
D
een lage pO2 van het bloed

Slide 18 - Quizvraag

hoogtestage
De gaswisseling verbetert na een verblijf van enige weken op grote hoogte: door de invloed van een bepaald hormoon neemt de zuurstofopname geleidelijk toe. In de uitwerkbijlage is een aanzet gegeven van de regelkring waarbij dit hormoon betrokken is.
3p 2 Maak de regelkring af zodat duidelijk wordt hoe deze leidt tot een betere zuurstofopname na een lang verblijf op grote hoogte. Doe het als volgt:
 Vul de naam in van het hormoon, van een celtype, van een orgaan en van een specifiek onderdeel of weefsel in een orgaan.
 Geef bij drie pijlen aan of het stimulering (+) of remming (-) betreft. 

Slide 19 - Tekstslide

thermoregulatie
De activatie van de bruine vetcellen door koude kan ook in gang gezet worden door een verhoogde afscheiding van schildklierstimulerend hormoon (TSH). De mechanismen die vervolgens leiden tot meer warmteproductie zijn in afbeelding 3 weergegeven. Door de aanwezigheid van vetzuren wordt het in de mitochondria ingebouwde thermogenine geopend. 
2p 24 Wat is het werkingsmechanisme van T3?
A het opent het thermogeninekanaaltje in mitochondria van bruine vetcellen
B het opent het thermogeninekanaaltje in mitochondria van
schildkliercellen
C het stimuleert transcriptie van het thermogenine-gen in bruine vetcellen
D het stimuleert transcriptie van het thermogenine-gen in
schildkliercellen

Slide 20 - Tekstslide

Beargumenteer dat je aan de hand van dit voedselweb (afbeelding 1)niet
kunt bepalen of een toename van het aantal vissen een toename of een
afname van de blauwalgen zal veroorzaken. 


Slide 21 - Tekstslide

Door een toename in vissen....
.... zou zorgen voor een toename
.... zou zorgen voor een afnamen

beschrijf elke pijl

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide