In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 3 min
Onderdelen in deze les
El verbo 'estar'
Slide 1 - Tekstslide
Welke vervoeging hoort op de open plek? 1. Mi hermano y yo _____ en la playa.
A
estoy
B
estás
C
estáis
D
estamos
Slide 2 - Quizvraag
Welke vervoeging hoort op de open plek? 2. La hermana de mi amigo ___ en Brasil.
A
estoy
B
estás
C
está
D
están
Slide 3 - Quizvraag
Welke vervoeging hoort op de open plek? 3. Las camas ___ a la derecha de la habitación.
A
estoy
B
estás
C
está
D
están
Slide 4 - Quizvraag
¡Ahora te toca a ti! Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek? 4. Yo siempre ___ en la cocina porque a mí me gusta la comida que prepara mi madre.
Slide 5 - Open vraag
¡Ahora te toca a ti! Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek? 5. ¿Tú ____ en casa de nuestro amigo, o no?
Slide 6 - Open vraag
¡Ahora te toca a ti! Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek? 6. Laura y Isabela, ¿por qué no _____ en la terraza?
Slide 7 - Open vraag
¡Ahora te toca a ti! Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek? 7. Los muebles _____ en el garaje.
Slide 8 - Open vraag
¡Ahora te toca a ti! Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek? 8. Mis padres y yo ____ en el salón.
Slide 9 - Open vraag
¡Ahora te toca a ti! Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek? 9. Manuel, ¿____ triste?
Slide 10 - Open vraag
¡Ahora te toca a ti! Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek? 10. Es nuestro cumpleaños. Por eso ______ súper felices.