Het werkwoord estar

El verbo 'estar'
= zijn / zich bevinden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 3 min

Onderdelen in deze les

El verbo 'estar'
= zijn / zich bevinden

Slide 1 - Tekstslide

Het rijtje van ESTAR:
YO                                           ESTOY = ik ben
TÚ                                       ESTÁS = jij bent
ÉL, ELLA, USTED            ESTÁ = hij/zij/het is, u bent
NOSOTROS-AS               ESTAMOS = wij zijn
VOSOTROS-AS               ESTÁIS = jullie zijn
ELLOS-AS, USTEDES    ESTÁN  = zij zijn, u bent (meervoud)

Slide 2 - Tekstslide

yo
tú 
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos
estoy
estás
está
estáis
estamos
están

Slide 3 - Sleepvraag

Welke vervoeging hoort op de open plek?
1. Mi hermano y yo _____ en la playa.
A
estoy
B
estás
C
estáis
D
estamos

Slide 4 - Quizvraag

Welke vervoeging hoort op de open plek?
2. La hermana de mi amigo ___ en Brasil.
A
estoy
B
estás
C
está
D
están

Slide 5 - Quizvraag

Welke vervoeging hoort op de open plek?
3. Las camas ___ a la derecha de la habitación.
A
estoy
B
estás
C
está
D
están

Slide 6 - Quizvraag

¡Ahora te toca a ti!
Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek?
4. Yo siempre ___ en la cocina porque a mí me gusta la comida que prepara mi madre.

Slide 7 - Open vraag

¡Ahora te toca a ti!
Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek?
5. ¿Tú ____ en casa de nuestro amigo, o no?

Slide 8 - Open vraag

¡Ahora te toca a ti!
Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek?
6. Laura y Isabela, ¿por qué no _____ en la terraza?

Slide 9 - Open vraag

¡Ahora te toca a ti!
Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek?
7. Los muebles _____ en el garaje.

Slide 10 - Open vraag

¡Ahora te toca a ti!
Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek?
8. Mis padres y yo ____ en el salón.

Slide 11 - Open vraag

¡Ahora te toca a ti!
Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek?
9. Manuel, ¿____ triste?

Slide 12 - Open vraag

¡Ahora te toca a ti!
Welke vervoeging van het werkwoord 'estar' hoort op de open plek?
10. Es nuestro cumpleaños. Por eso ______ súper felices.

Slide 13 - Open vraag