- Warme vochtige lucht stijgt op.
- Hoger in de lucht koelt het af tot het dauwpunt, dat is de temperatuur waarbij de waterdamp gaat condenceren.
- Het gecondenseerde water vormt kleine druppels, een wolk.
- De hoogte waarop dat gebeurt is het condensatieniveau
- Druppels groeien steeds groter. Als de druppels te zwaar worden vallen ze naar beneden.