Vragen tegenwoordige tijd pt. 2

Questions part 2
Vragen in de tegenwoordige tijd deel 2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Questions part 2
Vragen in de tegenwoordige tijd deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Questions part 2
Deze lesson-up is een vervolg op Questions part 1, logisch natuurlijk ;)

Heb je Questions part 1 nog niet gedaan, doe deze dan eerst. Klik hier.

Slide 2 - Tekstslide

Questions part 2
In deel 1 heb je geleerd hoe je vragen kunt maken met de werkwoorden
am/is/are, have got/has got, can/could, would, should, must, shall en will.

Maar er zijn ook zinnen waar deze werkwoorden niet in staan en daar gaat deze lesson-up over.

Slide 3 - Tekstslide

Questions part 2
Als er in de zin een ANDER werkwoord staan dan:
am/is/are, have got/has got, can/could, would, should, must, shall of will,

Dan MOET je de vraag laten beginnen met do / does, hierna krijg je de rest van de zin en veranderd het werkwoord naar het hele werkwoord.

Dit gaan we stap voor stap even doornemen.

Slide 4 - Tekstslide

Questions part 2

In deze in zin staat geen am/is/are, have got/has got, can/could, would, should, must, shall of will.

We moeten nu do vooraan in de zin zetten, hierna krijgen we de rest van de zin met het hele werkwoord.
The cats run in the garden.
Do the cats run in the garden?

Slide 5 - Tekstslide

Questions part 2

Let op! Wanneer je de shit-regel in de zin kunt vinden, gebruik 
je geen do, maar does. Hierna krijg je het hele werkwoord.

Je zou kunnen zeggen dat de shit-regel verplaatst.
The cow gives milk.
Does the cow give milk?

Slide 6 - Tekstslide

Questions part 2
We gaan hiermee oefenen.
Je krijgt 10 vragen.

Slide 7 - Tekstslide

Maak vragend:
They go to school by bus.

Slide 8 - Open vraag

Maak vragend:
My rabits have a cage in the garden.

Slide 9 - Open vraag

Maak vragend:
You drink water.

Slide 10 - Open vraag

Maak vragend:
Your teacher checks the homework.

Slide 11 - Open vraag

Maak vragend:
Cows give milk.

Slide 12 - Open vraag

Maak vragend:
Johny Flodder drives fast.

Slide 13 - Open vraag

Maak vragend:
Mr. Bean drives a minicooper.

Slide 14 - Open vraag

Maak vragend:
Gerrie and Rikkert live in maaskantje.

Slide 15 - Open vraag

Maak vragend:
My grandmother answers the phone.

Slide 16 - Open vraag

Maak vragend:
Ron and Jeremy play computer games.

Slide 17 - Open vraag

Questions part 2
Hopelijk ging dat goed.

Samenvattend
Staat er geen: 
am/is/are, have got/has got, can/could, would, should, must, shall of will
in de zin? Zet dan do vooraan en gebruik het hele werkwoord.
Staat er een shit-regel in de zin? Zet dan does vooraan en gebruik het hele werkwoord.

Slide 18 - Tekstslide

Questions part 2
Bekijk ook het stroomschema wat gaat over het maken van vragen,
je vindt deze in Magister.me.

Slide 19 - Tekstslide