fictie

Goedemorgen allemaal! 
Het is tijd voor... fictie!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen allemaal! 
Het is tijd voor... fictie!

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning

  •  Fictiebegrippen: wat weten we nog?
  • Nieuwe lesstof
  • Voordracht boeken 
  • Speeddate-opdracht
  • Korte presentaties
  • Enquête en nabespreking

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat maakt dit werk realistisch/niet-realistisch?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

En wat maakt dít werk realistisch/niet-realistisch?

Slide 6 - Open vraag

Noem 4 voorbeelden van fictie en 4 voorbeelden van non-fictie

Slide 7 - Open vraag

Een goede spanningsvraag bij Harry Potter zou kunnen zijn:
A
Hoe komt hij aan dat lidteken?
B
Wie heeft zijn ouders vermoord?
C
Wat is Voldemort (de slechterik) van plan?
D
Zowel A, B als C

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen hoofd- en bijpersonages (Round en flat characters)?

Slide 9 - Open vraag

Karaktereigenschappen personages

Slide 10 - Woordweb

Genres, wat zijn dat?

Slide 11 - Tekstslide

Welke genres kennen we al?

Slide 12 - Woordweb

Historisch verhaal
  • Speelt zich in het verleden af
  • Vaak een hoop details over de omgeving en uiterlijk personages
Avontuur:
  •  Zoek/speurtocht
  • Speelt zich op diverse plekken af
  • Spannend


Slide 13 - Tekstslide

Detective
  • Een misdaad/raadsel staat centraal
  • De hoofdpersonage probeert erachter te komen wie de daad heeft gepleegd of het raadsel te ontrafelen 
Coming of age
  • In het verhaal staat het opgroeien en ontwikkelen van het hoofdpersonage centraal
  • Vaak met vallen en opstaan
  • Vaak gepaard met levenslessen/morele waarden

Slide 14 - Tekstslide

Spanning/thriller
  • Veel spanning (duh!)
  • Gevaar, dreiging voor hoofdpersonage(s)
  • Vaak een moord of misdaad die centraal staat
Sciencefiction/fantasy
  •  Overduidelijk verzonnen
  • Niet-realistisch 
  • Speelt zich vaak in een andere wereld af
  • Elementen als toveren, tijdreizen, magische figuren en onsterfelijkheid 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht - 5 minuten
Bedenk samen met je buurman/buurvrouw bij elk genre een boek of film en benoem daarbij de kenmerken:
Avontuur, spanning/thriller, historisch verhaal, detective, coming of age en sciencefiction/fantasy.

Slide 16 - Tekstslide

Welke boeken hebben we meegenomen?

Slide 17 - Tekstslide

Speeddaten
  •  Twee rondes waarbij je steeds om de beurt elkaar 'interviewt': de een is aan het woord, de ander stelt vragen en noteert de antwoorden
  • 4 minuten per beurt
  • De docent bewaakt de tijd

Vergeet geen vervolgvragen te stellen!!

Slide 18 - Tekstslide

Jullie bevindingen/uitkomsten

Slide 19 - Tekstslide

De enquête (laptop)

Slide 20 - Tekstslide

Welke genres ken je nog? Noem minstens 2 kenmerken per genre.

Slide 21 - Open vraag

Welk genre spreekt jou het meest aan en waarom?

Slide 22 - Open vraag