V5 - les 2 - Empezar a escribir el resumen

Vas a ver un trailer de una serie.
Después tienes que dar un corto resumen en español a tu compañero/a de clase
diciendo el género  y el tema

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vas a ver un trailer de una serie.
Después tienes que dar un corto resumen en español a tu compañero/a de clase
diciendo el género  y el tema

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Resumen del trailer
Habla con tu compañero/a en español sobre lo que has visto en el trailer. Tienes que dar un resumen en español corto.
Usa las palabras que has aprendido para hoy.

Slide 3 - Tekstslide

Hola!!!!

El objetivo de hoy es escribir un resumen de la serie

Slide 4 - Tekstslide

Hoy en clase
La preparación para  la clase  de hoy
La clase anterior
Practicar con el presente
Presentaciones gramática
Escribir resumen
La evaluación
La preparación para la siguiente clase

Slide 5 - Tekstslide

La  preparación para la clase
Registeren in lessonup!

aprender el presente (irregular) (bijlage magisteragenda) hoe je ze vervoegt en de betekenissen van de werkwoorden
aprender vocabulario hol-esp pág. 39 (cartitas!)
kies al een serie/film uit in het Spaans (een aflevering van een serie mag ook!)
tweetal presentatie concordantie maken volgens eisen docent (versturen in het weekend).


Slide 6 - Tekstslide

La clases anterior: habla en  holandés
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

El presente 
Jugar con los dados
Escribir el presente de los verbos en tu cuaderno.
Cuidado también hay verbos irregulares!!!
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Escribe la forma correcta del presente
  1. Yo no ....(ver) mucho netflix.
  2. Los fines de semana . . . . (salir, yo) con mis amigos.
  3. No . . . (hacer, yo)  deberes en los fines de semana.
  4. . . . (conocer, yo) a mucha gente en Ámsterdam.
  5. ¿Por qué no . . . . (decir, tú) la verdad?

Slide 9 - Tekstslide

Repasar vocabulario
aprender vocabulario hol-esp pág. 39 (cartitas!)

Slide 10 - Tekstslide

Presentaciones:
Voorblad
inhoudsopgave
zelf geschreven uitleg met voorbeelden
mooie layout
een opdracht begin makkelijk naar moeilijk
antwoorden
afsluiting met zijn er vragen?
bronnen gebruikt? Dan ook toevoegen in de ppt.
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Presentaciones
Concordancia: Sarah Priya


Maak aantekingen in je schrift (achterin)

Slide 12 - Tekstslide

Empezar a escribir el resumen 
Vertel in deze alinea waar de serie/film over gaat. Geef een samenvatting van het verhaal, maar zeg niets over het einde. Dat ga je later zelf verzinnen. 
Schrijf dit stukje eerst in het Nederlands (mag gelijk in het Spaans)
Eenvoudige zinnen die jij naar het Spaans kan vertalen.
Totaal aantal woorden van de hele recensie 350-450
Dus zorg voor een goede verdeling.
Zie reader p. 4 en 5
SLA STEEDS EEN REGEL OVER

Slide 13 - Tekstslide

Empezar a escribir
En la hoja de la profe.

Slide 14 - Tekstslide

Expresiones 
La serie trata de . . . 
La serie va sobre . . .
El tema de la serie es . . .
La serie es sobre . .

Het eerste seizoen = la primera temporada
De laatste aflevering = el último episodio

Slide 15 - Tekstslide

Evaluación
Ik heb veel zinnen vertaald naar het Spaans over mijn serie/film.
Ik vind het moeilijk om in het Nederlands zinnen te maken over de serie/film.
Ik zou willen dat ik meer had geschreven in het Nederlands zodat ik het in deze les kon vertalen naar het Spaans.
Ik ben tevreden over hoe ik heb gewerkt en daardoor kom ik niet in tijdsnood.

Slide 16 - Poll

La preparación para mañana
aprender vocabulario hol-esp pág. 39 (cartitas!)
aprender verbos irregulares del presente
hacer presentación gramática para el jueves 

Slide 17 - Tekstslide

temas presentaciones
Perfecto
Imperfecto
Indefinido
Ser, estar, hay
Bijzondere werkwoorden (gustar, interesar, parecer)
Concordancia
Futuro (nuevo)
Condicional (nuevo)

Slide 18 - Tekstslide

Fechas: elige el tema
presentación perfecto (3)  imperfecto (3)  21 september
indefinido  (3) en ser, hay, estar (3)  2 oktober
gustar, interesar en andere bijzondere werkwoorden (3) 9 oktober
futuro (3) y condicional (3): 9 oktober

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide