Thuisles 7: Hardheid en Zuurgraad

Hardheid van water
Leerdoelen:
  • Ik kan beschrijven wat de Duitse Hardheid (DH) is.
  • Ik kan de hardheid van water in mg/L berekenen aan de hand van het gegeven 1 DH = 7,1 mg/L.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hardheid van water
Leerdoelen:
  • Ik kan beschrijven wat de Duitse Hardheid (DH) is.
  • Ik kan de hardheid van water in mg/L berekenen aan de hand van het gegeven 1 DH = 7,1 mg/L.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuurgraad van water
Leerdoelen:
  • Ik kan uitleggen wat de pH-schaal of zuurgraad is.
  • Ik kan zure en basische stoffen herkennen.
  • Ik kan een onderzoek opstellen waarbij de pH van een stof moet meten en neutraliseren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les bevat product placement
PP

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:08
Wat is hier de oorzaak?
A
kwaliteit van de wasmachine
B
kwaliteit van het water
C
kwaliteit van het wasmiddel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kalkaanslag
In leidingwater zitten calciumdeeltjes en magnesiumdeeltjes opgelost. Deze deeltjes kunnen kalkaanslag veroorzaken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:35
Waarom moet er bij hard water meer zeep bij? Bedenk een reden.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:00
Hoe heet de eenheid waarmee we de hardheid van het water duiden?
A
Deense graden hardheid (ºdH)
B
Drenthse graden hardheid (ºdH)
C
Duitse graden hardheid (ºdH)
D
Graatse duinen hardheid (ºdH)

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Duitse graden hardheid (ºDH)
1 DH is hetzelfde als 7,1 mg  (duizendste gram) opgeloste kalk in een liter water. 

Een voorbeeld: In Dronten is de hardheid van het water 7 DH. Dan zit er in één liter water 7 x 7,1 = 49,7 mg calcium. 

Let op! Dit is in mg. Dat is een heel klein getal (1 mg = 0,001 g)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezoek de website hiernaast.
Wat is de hardheid van het water bij jou thuis?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoeveel mg calcium er in een liter water bij jou thuis zit.
Leerdoelen:
  • Ik kan beschrijven wat de Duitse Hardheid (DH) is.
  • Ik kan de hardheid van water in mg/L berekenen aan de hand van het gegeven 1 DH = 7,1 mg.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde product placement
PP

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuurgraad
De komende dia's gaan over de leerdoelen rondom zuurgraad.

We beginnen met een aflevering van Breaking News van Klokhuis. bezoek daarvoor de volgende pagina.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Een peer met prikkers en uitjes.
Wat moet dit voorstellen?
A
Een molecuul met waterstof-ionen
B
IJzer met roestdeeltjes
C
Watermoleculen
D
Een zure bom

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De waterstof-ionen (zilveruitjes) lossen op in het water. Wat gebeurt er dan?
A
Hoe meer waterstof-ionen, hoe troebeler de oplossing
B
Hoe meer waterstof-ionen, hoe neutraler de oplossing
C
Hoe meer waterstof-ionen, hoe zuurder de oplossing

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je?
A
de zeep veroorzaakt het sop
B
het zuur reageert met het staal
C
er zit lucht in de zure oplossing

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 veiligheidsmaatregelen belangrijk zijn als je werkt met zuur. Gebruik bij je uitleg het proefje met de overal en het plakje vlees in zuur.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden:
Hoe meer waterstof-ionen in een oplossing zitten, 
Hoe zuurder de oplossing is

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Hoe zuur een stof is geven we aan met de zuurgraad, uitgedrukt in pH.
Een stof is zuur, neutraal of basisch.
Bij een pH van 7 is een stof neutraal.
Onder ze pH 7 is een stof zuur, hoe kleiner de pH hoe zuurder. Voorbeelden van zure stoffen zijn Azijn, citroenzuur, maagsap, cola en accuzuur. Niet alle zuren stoffen kun je proeven, maar zuur is ook een smaak die kunt herkennen zoals bijvoorbeeld bij azijn of citroen.
Boven de pH 7 is een stof basisch. Hoe hoger de pH, des te basischer de stof is. Voorbeelden van basische stoffen zijn maagtabletten, ammoniak, zeep en gootsteenontstopper. Basische stoffen voelen glibberig / zepig aan.
Zure en basische stoffen geven hevige reacties wanneer je deze samenvoegt. Je kunt een zure stof minder zuur maken door een basische stof toe te voegen en andersom. We noemen dit neutraliseren.

Slide 27 - Tekstslide

Om te kunnen meten wat de pH van een stof is gebruiken we universeelindicator, of met een ander woord: pH papier.
Dit is een strookje papier dat van kleur verandert zodra deze in contact komt met een vloeistof. De kleur die het strookje krijgt komt overeen met de pH van die stof.
Op deze manier kunnen we onderzoeken welke pH een vloeistof heeft. Je ziet dit in het filmpje op de volgende slide.
3

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:21
Welke conclusie kun je hier trekken?
A
De stof is neutraal
B
De stof is zuur
C
De stof is basisch

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:59
Welke conclusie kun je hier trekken?
A
Deze stof is neutraal
B
Deze stof is zuur
C
Deze stof is basisch

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:51
Deze meneer geeft het slechte voorbeeld, zegt hij zelf ook al.
Wat had hij moeten doen?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden:
Een stof met een pH-waarde lager dan 7 is zuur
Een stof met een pH-waarde 7 is neutraal
Een stof met een pH-waarde hoger dan 7 is basisch

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden:
pH-waarde kan gemeten worden met 
univeerseelindicator (pH-papier)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk HAVO & TL
Route 1 (wikiwijs)

Opdr. 34, 35, 36, 37
Opdr. 40



Route 2 (boek)

Het zelfde als route 1.



Heb je vragen naar aanleiding van deze LessonUp of het huiswerk? Open Teams en stel daar je vraag.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu een foto van je gemaakte en nagekeken huiswerk.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies