Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
procenten en decimale getallen
Bij welke sticker krijg je de meeste korting?
1 / 24
volgende
Slide 1:
Open vraag
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bij welke sticker krijg je de meeste korting?
Slide 1 - Open vraag
Bij welke sticker krijg je 33,3% korting?
Slide 2 - Open vraag
Van breuk naar procenten
Procentopdrachten gaan over het getal 100.
deel van 100
is 100 : 10 = 10
delen door 10
is 10 x 3 = 30
keer 3
dus deel is 30%
1
0
3
1
0
1
1
0
3
1
0
3
Slide 3 - Tekstslide
Van breuk naar procenten
Procentopdrachten gaan over het getal 100.
deel van 100
is 100 : 5 = 20
delen door 5
is 20 x 2 = 40
keer 2
dus deel is 40%
5
2
5
1
5
2
5
2
Slide 4 - Tekstslide
In deze opdrachten is het totaal aantal altijd 100,
dus kan de berekening korter:
deel betekent delen door 8 en
vermenigvuldigen met 3,
dus dus 100 : 8 x 3 of x 100 = 37,5%
deel = x 100 = 45%
of 100 : 20 x 9 = 45%
8
3
2
0
9
2
0
9
8
3
Slide 5 - Tekstslide
Bereken het percentage. gebruik de breuktoets.
deel = ..... %
deel = ..... %
deel = .....%
deel = .....%
deel = .....%
1
0
9
5
0
1
7
2
0
3
2
5
7
8
7
Slide 6 - Tekstslide
Bereken het percentage
deel = x 100 = 90 %
deel = x 100 = 15 %
deel = 34 %
deel = 28 %
deel = 87,5 %
1
0
9
1
0
9
5
0
1
7
2
0
3
2
5
7
8
7
2
0
3
Slide 7 - Tekstslide
Andersom:
80% betekent dus deel
(rekenmachine vereenvoudig automatisch)
24% = deel
37,5 % = deel
Je mag geen breuken binnen breuken gebruiken, maar je rekenmachine heeft er geen probleem mee.
1
0
0
8
0
=
5
4
1
0
0
2
4
=
2
5
6
1
0
0
3
7
,
5
=
8
3
Slide 8 - Tekstslide
Bereken en vereenvoudig de breuk (maar de rekenmachine doet dat zelf).
56% = deel
5% = deel
12,5% = deel
28% = deel
14,4% = deel
Slide 9 - Tekstslide
Bereken en vereenvoudig de breuk
56% = deel
5% = deel
12,5% = deel
28% = deel
14,4% = deel
1
0
0
1
4
,
4
=
1
2
5
1
8
1
0
0
5
6
=
2
5
1
4
1
0
0
5
=
2
0
1
1
0
0
1
2
,
5
=
8
1
1
0
0
2
8
=
2
5
7
Slide 10 - Tekstslide
In klas 1e hebben 3 van de 25 kinderen een
onvoldoende gehaald.
Welk deel van de leerlingen heeft een onvoldoende gehaald?
Bereken hoeveel procent een onvoldoende heeft.
Slide 11 - Tekstslide
Hoeveel procent heeft een onvoldoende?
Slide 12 - Open vraag
3 van de 25, dat is deel.
Dat is x 100 = 12% van de leerlingen heeft een onvoldoende.
2
5
3
2
5
3
Slide 13 - Tekstslide
Van klas 1 zitten 150 leerlingen. Daarvan komen er 96 met de fiets, 30 met de bus en de rest met de scooter.
Welk deel van de leerlingen komt met de fiets?
Bereken hoeveel procent met de fiets komt.
Slide 14 - Tekstslide
hoeveel procent komt op de fiets?
Slide 15 - Open vraag
96 van de 150 leerlingen komen met de fiets.
Dat is deel.
Dat is x 100 = 64% van de leerlingen komt met de fiets.
1
5
0
9
6
=
2
5
1
6
2
5
1
6
Slide 16 - Tekstslide
Van 140 leerlingen heeft deel een zwemdiploma.
Bereken hoeveel leerlingen een zwemdiploma hebben.
Bereken hoeveel procent van de leerlingen een zwemdiploma heeft
2
0
1
9
Slide 17 - Tekstslide
deel van 140 is 140 : 20 x 19 = 133 leerlingen hebben een zwemdiploma.
In procenten x 100 = 95%
2
0
1
9
2
0
1
9
Slide 18 - Tekstslide
60%
6%
75%
30%
3/5 deel
3/50 deel
3/4 deel
3/10 deel
Slide 19 - Sleepvraag
Handige percentages
10% betekent delen door 10
12,5% betekent delen door 8
20% betekent delen door 5
25% betekent delen door 4
% betekent delen door 3
50% betekent delen door 2
3
3
3
1
Slide 20 - Tekstslide
Handige percentages
10% betekent delen door 10
12,5% betekent delen door 8
20% betekent delen door 5
25% betekent delen door 4
% betekent delen door 3
50% betekent delen door 2
3
3
3
1
Slide 21 - Tekstslide
Bereken
25% van 68 euro
68 : 4 = 17, dus 25% van 68 euro is 17 euro
12,5% van 896 liter
896 : 8 = 112; dus 12,5% van 896 liter is 112 liter.
Bereken 20% van 750 km
750 : 5 = 150; dus 20% van 750 is 150 km
Slide 22 - Tekstslide
Bereken
10% van 78 euro
78 : 10 = 7,8, dus 10% van 78 euro is
€ 7,80
30% van 90 kg.
Bereken eerst 10%
90 : 10 = 9, dus 30% is 3 x 9 =
27 kg
Bereken 75% van 448 cm.
25% van 448 is 448 : 4 = 11,2 dus 75% is 3 x 112 =
336 cm
Slide 23 - Tekstslide
Huiswerk
Maken 20 tot en met 26, 29
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
W2 i1 REK 3F: breuken, procenten en decimalen
Februari 2022
- Les met
23 slides
REN
MBO
Studiejaar 1,2
Een percentage berekenen
Januari 2019
- Les met
16 slides
door
economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
Procenten
Januari 2019
- Les met
29 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Les 41: Breuken vergelijken / Gelijkwaardige breuken
Februari 2023
- Les met
20 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
Procenten breuken kommagetallen 2
Oktober 2023
- Les met
43 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
w6 i1 Procenten breuken procenten 2F
Februari 2024
- Les met
24 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Alles wat!
Juni 2021
- Les met
25 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
w4 i2 Procenten breuken procenten
Maart 2022
- Les met
31 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 2